L1 kleding en personen

BIENVENIDOS
Hoy es

¿ ................ ?
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
SpaansMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 80 min

Onderdelen in deze les

BIENVENIDOS
Hoy es

¿ ................ ?

Slide 1 - Tekstslide

PROEFWERK

in week 23
5 tot 9 juni

Over alle behandelde woordenschat en grammatica

Slide 2 - Tekstslide

HOY
tarea 2 y un parte de tarea 3
- traducir un texto (tekst vertalen)
- repaso vocabulario (woorden herhalen)

Slide 3 - Tekstslide

Traduce el diálogo en tu cuaderno
Ana: Buenas tardes, busco un abrigo. 
Vendedor: ¿De qué color?
Ana: Busco un abrigo verde.
Vendedor: Vale, ¿qué talla tienes? 
Ana: Tengo la talla M.
Vendedor: Aquí tiene el abrigo. ¿Quieres probarlo?       (*probarlo)
Ana: Sí, ¿dónde están los probadores?
Vendedor: Allí. 
Ana: El abrigo me queda bien. ¿Cuánto cuesta?
Vendedor: €65 euro, ¿quieres pagar en efectivo o con tarjeta?
Ana: Con tarjeta, por favor. 


Denk aan de Spaanse leestekens!

*het proberen*
timer
10:00

Slide 4 - Tekstslide

Traduce el diálogo en tu cuaderno
Ana: Goedemiddag, ik zoek een jas. 
Vendedor: Welke kleur?
Ana: Ik zoek een groene jas.
Vendedor: Oké, welke maat heb je? 
Ana: Ik heb maat M.
Vendedor: Hier heb je de jas. Wil je die* passen?       (*probarlo)
Ana: Ja, waar zijn de paskamers?
Vendedor: Daar. 
Ana: De jas zit goed. ¿Hoeveel kost het?
Vendedor: €65 euro, betaal je contant of met pinpas?
Ana: Met pinpas alsjeblieft.


Denk aan de Spaanse leestekens!

*probarlo

Slide 5 - Tekstslide

Aan het einde van deze les ...
  • Ken ik de namen van kledingstukken in het Spaans.
  • Heb ik de kleuren nog een keer herhaald.
  • Weet ik hoe je iets kunt kopen in een kledingwinkel in het Spaans. 
LEERDOELEN
GPL
invullen

Slide 6 - Tekstslide

mijn rode rok

Slide 7 - Open vraag

zijn zwarte schoenen

Slide 8 - Open vraag

jullie witte sneakers

Slide 9 - Open vraag

jouw groene t-shirt

Slide 10 - Open vraag

onze blauwe spijkerbroek

Slide 11 - Open vraag

los calcetines
la gorra
la falda
el vestido
la camisa
las zapatillas
de deporte
los vaqueros
el pantalón 
la camiseta
la cazadora
el jersey

Slide 12 - Sleepvraag

Einde tarea 2
Start tarea 3

Slide 13 - Tekstslide

El aspecto físico
Let op: de werkwoorden moeten nog vervoegd worden.

Slide 14 - Tekstslide

El aspecto físico
Let op: de werkwoorden moeten nog vervoegd worden.

Slide 15 - Tekstslide

El carácter
Let op: de werkwoorden moeten nog vervoegd worden.

Slide 16 - Tekstslide

Woordenlijst aanvullen 3.1
¿Cómo es?
Hoe ziet hij/zij eruit?
ser fuerte
sterk zijn
ser delgado/a
slank zijn
ser gordo/a
dik zijn
ser feo/a
lelijk zijn
ser guapo/a
knap zijn
ser joven
jong zijn
ser mayor
oud zijn
ser calvo
kaal zijn
vergeet niet dat je SER moet vervoegen

Slide 17 - Tekstslide

Wanneer gebruik je delgado of guapo?
En wanneer delgada of guapa?

Slide 18 - Woordweb

Als je een mindere eigenschap van iemand beschrijft, dan zet je er in het Spaans "un poco" voor.
Of je gebruikt het verkleinwoord: bajito / gordita

zie blz 35 van je moduleboekje

Slide 19 - Tekstslide

ook TENER moet je nog vervoegen!

Slide 20 - Tekstslide

TAREA 3 
Geef aan of het Verdadero of Falso is
29
blz 49 ej 3

Slide 21 - Tekstslide

LLEVAR vervoeg je ook!





¡¡¡ De werkwoorden vervoeg je altijd naar de juiste vorm !!!

Slide 22 - Tekstslide








Vergeet niet dat je de werkwoorden altijd moet vervoegen

Slide 23 - Tekstslide

Los deberes
Grammatica 
werkwoorden: -ar / -er / -ir ser / tener / llamarse 
bezittelijk voornaamwoorden
Woordenschat
familieleden
kledingstukken
kleuren
iets kopen in de winkel
uiterlijk & karakter
-LEREN-

Slide 24 - Tekstslide