Landschappen die vooral voorkomen op lage breedte:
Landschappen die vooral voorkomen op hoge breedte:
Taiga
Woestijn
Steppe
Loofbos
Land - en zee-ijs
Savanne
Toendra
Tropisch regenwoud
Slide 3 - Sleepvraag
Slide 4 - Tekstslide
Herhaling paragraaf 1 en 2
Breedteligging heeft invloed op de temperatuur.
Vanwege verschillende temperaturen, zijn er verschillende landschappen!
Op lage breedte
- tropisch regenwoud
- savanne / steppe / woestijn
Slide 5 - Tekstslide
Waarom regent het veel in het tropisch regenwoud?
Het tropisch regenwoud ligt rond de Evenaar op lage breedte.
De zon verwarmt de lucht
Warme lucht stijgt op
Eenmaal hoog in lucht koelt dit af
Waterdamp (= gas) verandert in waterdruppels (vloeibaar)
Gevolg; veel neerslag!
= Stijgingsregen
Slide 6 - Tekstslide
Neerslag in de tropen
Stijgingsneerslag
Slide 7 - Tekstslide
Slide 8 - Tekstslide
Droge landschappen
Rond 30° NB en 30° ZB daalt de lucht --> vocht lost op --> droog!
Hier vinden we de woestijn (< 250 mm neerslag)
Reizen we van de woestijn terug naar de Evenaar, dan komen we door landschappen waar steeds wat meer neerslag valt.
Slide 9 - Tekstslide
Zet de landschappen in de juiste volgorde van hoeveelheid neerslag (weinig - veel).
A
woestijn - steppe - savanne - tropisch regenwoud
B
woestijn - savanne - steppe - tropisch regenwoud
C
woestijn - tropisch regenwoud - steppe - savanne
D
woestijn - steppe - tropisch regenwoud - savanne
Slide 10 - Quizvraag
Paragraaf 3
Breedteligging heeft invloed op de temperatuur.
Vanwege verschillende temperaturen, zijn er verschillende landschappen!
Op hoge breedte:
- landijs en zee-ijs (pakijs en drijfijs)
- toendra
- taiga
Op gematigde breedte:
- loofbos
Slide 11 - Tekstslide
Hoge breedte
Gebieden op hoge breedte;
- ver van de Evenaar
- lage(re) temperaturen omdat
->
1. langere afstand zonnestralen
2. groter oppervlakte verwarmen
Slide 12 - Tekstslide
Landijs/zee-ijs
Poolgebied: hele jaar minder dan 0°C.
- Op land: landijs
- Zee-ijs: pakijs en drijfijs
- Klimaatverandering heeft grote gevolgen voor de hoeveelheid landijs.
Slide 13 - Tekstslide
Toendra
Toendra: landschap grenzend aan poolgebied
Geen bomen (boven boomgrens)
Mossen, grassen, lage struikjes
Altijd kouder dan 10°C.
Permafrost: bodem die altijd bevroren is.
Slide 14 - Tekstslide
Taiga (B86)
Taiga: landschap grenzend aan de toendra
- Noord-Scandinavië, Canada en Rusland
- ‘s zomers > 10°C
- naaldbossen
Slide 15 - Tekstslide
Als je reist van Stockholm naar de Noordpool, kom je onderweg tegen:
- Naaldbos (taiga)
- Toendra
- Zee-ijs
- Landijs
Slide 16 - Tekstslide
Smeltend ijs zorgt voor een stijging van de zeespiegel. Welk ijs?
A
Landijs
B
Zee-ijs
C
Land- en zee-ijs
D
Geen van beide
Slide 17 - Quizvraag
Tussen welke landschappen vind je de boomgrens?
A
Toendra en Zee-ijs
B
Taiga en Loofbos
C
Loofbos en Landijs
D
Taiga en Toendra
Slide 18 - Quizvraag
Loofbos (B85)
Op gematigde breedte vindt je loofbossen (bv. NL).
- Warm genoeg voor bomen met bladeren
- Ga je verder richting hoge breedte, dan hier te koud voor loofbomen = loofboomgordel
(denk ook aan hoogtegordels op een berg)
Slide 19 - Tekstslide
Paragraaf 4
Niet alleen breedteligging, maar ook hoogteligging heeft invloed op de temperatuur.
Op aarde zijn gebieden met reliëf (= hoogteverschillen).
In deze berggebieden kom je, vanwege verschillende temperaturen, verschillende hoogtegordels tegen.
Slide 20 - Tekstslide
Wat is de juiste volgorde van hoogtegordels, van onder naar boven? 1. loofboomgordel 2. naaldboomgordel 3. rotsgordel 4. eeuwige sneeuw 5. alpenweide
A
1 - 2 - 3 - 4 -5
B
1 - 2 - 4 - 3 - 5
C
5 - 2 - 1 - 3 - 4
D
1 - 2 - 5 - 3 - 4
Slide 21 - Quizvraag
Met hoeveel graden daalt de temperatuur als je 1000 meter omhoog gaat in de bergen?
Slide 22 - Open vraag
Slide 23 - Tekstslide
Bekijk de vorige afbeelding. Gebruik figuur 20 in je leerboek. a. Wat betekent de blauwe kleur in de legenda? b. Leg uit waarom deze toeristische bestemming niet in het noorden van Zwitserland voorkomt.
Slide 24 - Open vraag
Aan de slag!
Leer voor de repetitie --> dinsdag 16 maart (online)
- Gebruik de samenvatting (op Teams)
- Maak flashcards
- Leg de leerstof in je eigen woorden uit (aan iemand anders)
Vergeet vooral ook de basisboeknummers niet te leren!