Les 2 Huidtypen en nabehandeling

Les 2. Huidtypen en nabehandeling
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
SchoonheidsverzorgingMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 16 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 120 min

Onderdelen in deze les

Les 2. Huidtypen en nabehandeling

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Huidtype
Huidtype bepalen

Voordat je start met een schoonheidsbehandeling bepaal je wat het huidtype is van de klant.

De producten die gebruikt worden tijdens de basis gezichtsbehandeling worden hierop aangepast.  

De talgproductie van de huid bepaalt wat voor huidtype iemand heeft.

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Verschillende huidtypes
We kennen 4 huidtypes:
  1. Normale huid
  2. Droge huid
  3. Gecombineerde huid
  4. Vette huid

De huid kan daarnaast gevoelig of vochtarm zijn. Een gevoelige of vochtarme huid behoort niet tot de 4 huidtypes

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Normale huid
Te vergelijken met een kinderhuid. Tijdens de puberteit verandert het huidtype.

Kenmerken:
  • Werking talgklier is normaal
  • Fijne porie structuur
  • De huid is zacht en fris
  • Neus en kin licht glanzend 

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Droge huid
Latijnse naam = Sebostase 

Kenmerken:
  • Fijne structuur
  • Dunne hoornlaag
  • Poriën nauwelijks zichtbaar
  • Talgklierwerking laag

Doel behandeling: stimuleren

Slide 5 - Tekstslide

De porien zijn niet zichtbaar. De huid is vaak glad doordat er geen poriestructuur is, lijkt zijde. De hoornlaag is vaak dun en gevoelig voor warmte en kou. Weinig of geen talgklierafscheiding.
Een droge huid is niet altijd hetzelfde als een vochtarme huid; een droge huid zegt iets over de hoeveelheid talgafscheiding, een vochtarme huid zegt iets over het vochtgehalte. Meestal is een droge huid ook vochtarm.

Gecombineerde huid
Talgklier werking is overal anders

  • Normaal / vet: meestal T-zone vetter
  • Normaal / droog: meestal T-zone normaal, wangen droog
  • Droog / vet: Meestal T-zone vet, rest droog
  • Normaal / droog / vet: Uitgesproken verschillen in de gebieden



Slide 6 - Tekstslide

Combinatie van normaal, droog of vet.
BV:
Voorhoofd: Vet
Wangen : Normaal
Neus: Vet
Kin: Vet
 
Of
Voorhoofd: Normaal

Ook Normaal - droog kan aan de orde zijn. In dat geval de T-zone normaal, de rest droog.
Wangen : Droog
Neus: Normaal
Kin: Normaal

Vette huid
Latijnse naam = Seborrhoe

Kenmerken:
  • Overmatige werking talgklieren
  • Hormonale veranderingen
  • Poriën duidelijk zichtbaar
  • Dikke hoornlaag

Doel behandeling: reinigen

Slide 7 - Tekstslide

Een overmatige werking van de talgklieren noemen we seborrhoe. De huid is dan vet.
Een vette huid ontstaat pas tijdens de puberteit. De talgklieren reageren dan sterk op de hormonale veranderingen die plaatsvinden in het lichaam.
Kenmerken:
zichtbare, verwijde poriën/ grove poriën
verdikte hoornlaag
De huid is vaak stevig en kan glimmen

Vette huid
Seborrhoe = Vette huid

Te verdelen in: 
  1. Seborrhoe oleosa: Glimmende vette huid
  2. Seborrhoe sicca: Vette huid die vochtarm is (schilfert)


Slide 8 - Tekstslide

Zichtbare porien. De huid is vaak stevig en kan glimmen. De hoornlaag is dik. Een vette huid kan ook schilferen doordat deze dan ook vochtarm is.

Vochtarme huid
Alle huidtypes kunnen vochtarm zijn. Vochtarm betekent letterlijk te weinig vocht in de bovenste huidlagen. 

Zichtbaar Craquelé 

Opduwen van de huid

Slide 9 - Tekstslide

Officieel is een vochtarme huid geen huidtype. Het vochtgehalte van de huid kun je bepalen door de huid licht op te drukken/duwen. Een huid is vochtarm wanneer deze er craqueléachtig (gebarsten) uitziet.
Alle huidsoorten kunnen vochtarm zijn, ook de vette huid!

Gevoelige huid
De huid reageert snel op prikkels van buitenaf, producten, het weer e.d.

De huid toont vaker een allergische reactie, roodheid of eczeem

De huid kan prikken of jeuken

Slide 10 - Tekstslide

Alle huidtypes kunnen ook gevoelig zijn. Gevoelig voor invloeden van buitenaf of van binnenuit
Buitenaf: het weer, producten
Binnenuit: emoties of voeding


Nabehandeling: de gezichtsbehandeling afronden

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Nabehandeling


Gezichtsverzorging
  • Dagcrème
  • Nachtcrème
  • 24 uurs crème
Gels
Gezichtswater
  • Lotion
  • Tonic
Serum
Ampul



Slide 12 - Tekstslide

De basis gezichtsbehandeling afronden met een nabehandeling. Houdt huid in conditie.
Ook hals, oog, buste ect


Crème


Dagcrème (O/W)
Verzorgend

Nachtcrème (W/O)
Stimulerend, herstellend

24 uurs crème

Verschillende werkstoffen o.a. Azuleen, Collageen




Slide 13 - Tekstslide

Verzorgende crème houdt huid in conditie, bevat werkstoffen die beschermen en verzorgen (vit., fytohormonen, fermenten (gisten) en minderalen)
Azuleen -> veracht, kalmeert, ontstekingsremmend
Collageen -> eiwit uit bindweefsel van jonge runderen -> bevorderd celdeling, regenereert, wondgenezing
Bevat vetsubstanties die overeenkomen met de vetten op de huidoppervlak
Heeft een luchtige structuur
Ondersteunt de werking van de huidfuncties
Heeft een zuurgraad die zoveel mogelijk overeenkomt met de pH waarde van de huid (+/- 5,8)
Houdt de natuurlijke vochtigheidsgraad van de huid in stand

Gel


Vochtbindend
Verkoelend

  • Dagcrème
  • Aftersun
  • Handcrème
  • Masker





Slide 14 - Tekstslide

Gel ontstaat door uitvlokking van hydrofiele colloïden.

Serum


  • Geconcentreerde emulsie
  • Hoge concentratie werkzame stoffen
  • Snel resultaat
  • Werking afhankelijk van werkstoffen






Slide 15 - Tekstslide

Onder dag- en/of nachtcreme

Ampul 


  • Hoge concentratie werkstoffen in vloeistof
  • Na de reiniging
  • Onder de verzorging
  • Eenmalig gebruik






Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies