Schrijven van e - mails

Schrijven: leerdoel hoofdstuk 1.3
- Je kunt verschillende soorten e-mails schrijven met verschillende tekstdoelen.
- je kunt een instructie schrijven in korte stappen en duidelijke zinnen 
- je kunt bijvoeglijke naamwoorden op de juiste wijze schrijven
- jouw tekst na feedback herschrijven

Lesdoelen /leerdoelen:
- Je kunt verschillende soorten e-mails schrijven met verschillende tekstdoelen.
- je kunt een instructie schrijven in korte stappen en duidelijke zinnen
- je kunt bijvoeglijke naamwoorden op de juiste wijze schrijven in jouw instructietekst
- je kunt jouw tekst na feedback herschrijven
1 / 12
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 5

In deze les zitten 12 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Schrijven: leerdoel hoofdstuk 1.3
- Je kunt verschillende soorten e-mails schrijven met verschillende tekstdoelen.
- je kunt een instructie schrijven in korte stappen en duidelijke zinnen 
- je kunt bijvoeglijke naamwoorden op de juiste wijze schrijven
- jouw tekst na feedback herschrijven

Lesdoelen /leerdoelen:
- Je kunt verschillende soorten e-mails schrijven met verschillende tekstdoelen.
- je kunt een instructie schrijven in korte stappen en duidelijke zinnen
- je kunt bijvoeglijke naamwoorden op de juiste wijze schrijven in jouw instructietekst
- je kunt jouw tekst na feedback herschrijven

Slide 1 - Tekstslide

Huiswerk nakijken
Opdracht 1 tot en met 8 af - hoofdstuk 1.3 Schrijven -zakelijke e- mail.  of in werkboek Taalblokken of online vanuit ELO in Magister (TAALBLOKKEN 2F)  Klascode:  

Antwoorden bespreken

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Link

Informeren
Doel: informatie overbrengen, feiten delen, kennis overdragen.
Belangrijk bij het schrijven:
Geef alleen feiten.
Gebruik een zakelijke (niet té persoonlijke) toon.
Blijf neutraal en objectief (laat niet zien wat jouw mening is).
Gebruik een titel die de tekst kort en feitelijk samenvat.

Slide 4 - Tekstslide

Instrueren
Doel: uitleggen hoe iets moet, zodat de lezer de handeling kan uitvoeren. (Denk aan: iets in elkaar zetten, koken of iets repareren.)
Belangrijk bij het schrijven:
Gebruik stappenplannen of opsommingen (‘stap 1 …, stap 2 …’ of ‘a … b’).
Gebruik woorden die een volgorde aangeven, zoals als ‘eerst’, ‘daarna, ‘vervolgens’.
Begin zinnen met de gebiedende wijs (‘pak dit’, ‘doe dat’).
Geef tips, aanwijzingen en waarschuwingen.
Gebruik een titel waaruit blijkt dat het om een instructie gaat. Bijvoorbeeld: ‘In 5 stappen beroemd’, ‘Gitaar leren spelen? Zó doe je dat!’

Slide 5 - Tekstslide

Overtuigen
Doel: de lezer overtuigen van jouw mening of de lezer aansporen om in actie te komen.
Belangrijk bij het schrijven:
Geef je eigen mening en geef er goede redenen voor.
Noem voordelen en eventueel nadelen.
Draag oplossingen voor een ‘probleem’ (nadeel) aan.
Prikkel de lezer om zijn of haar mening te vormen of bij te stellen.
Probeer de lezer over te halen of aan te zetten tot actie (een product kopen, zich inschrijven, handtekening zetten).
Gebruik een titel die prikkelend of uitnodigend is en/of nieuwsgierig maakt.

Slide 6 - Tekstslide

Bij een e-mail hoef je geen aanhef te schrijven
A
waar
B
niet waar

Slide 7 - Quizvraag

Leerdoel
Ik kan een zakelijke 
e-mail schrijven met een inleiding, middenstuk en slot.

Slide 8 - Tekstslide

Wat is een juiste afsluitgroet bij een persoonlijke e-mail?
A
Groetjes,
B
Lieve,
C
Met vriendelijke groet,
D
Liefs,

Slide 9 - Quizvraag

Hoe begin je een zakelijke e-mail?
A
Geachte heer/ mevrouw,
B
Geachte Heer, Mevrouw,
C
Beste Heer, mevrouw,
D
Beste Heer, Mevrouw,

Slide 10 - Quizvraag

Wat zijn kenmerken van een instructietekst?


  • Een instructietekst is een ........tekst.
  • In een instructietekst lees je hoe je ................. of wat je moet doen. Je krijgt ergens aanwijzingen voor.
  • Bij een instructie is de ................vaak belangrijk.
  • Soms zijn het ook losse aanwijzingen of tips.
  • Vaak beginnen zinnen met een ........woord.


Slide 11 - Tekstslide

Wat is het verschil tussen het slot van een e-mail en een afsluiting?
A
Het slot van een e-mail bevat vaak een vriendelijke groet.
B
Het slot van een e-mail is altijd formeel.
C
Een afsluiting is alleen nodig in zakelijke e-mails.
D
Een afsluiting van een e-mail bevat vaak een vriendelijke groet.

Slide 12 - Quizvraag