Oefenen met de analoge klok

Tijd 
de analoge klok


1 / 36
volgende
Slide 1: Tekstslide
praktisch rekenenPraktijkonderwijsLeerjaar 2

In deze les zitten 36 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 80 min

Onderdelen in deze les

Tijd 
de analoge klok


Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De analoge klok

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 3 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 4 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 5 - Video

Dit is de bonus uitleg, gewoon om het aangeboden te hebben.
Mochten leerlingen enthousiast zijn, kun je uiteraard nog met de kwartieren op de klokjes oefenen. 
Welke klokken horen bij elkaar? Sleep de digitale klok.
11 : 00
18:00
21:00

Slide 6 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke klokken horen bij elkaar? Sleep de digitale klok.
11 : 00
6:00
9:00

Slide 7 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Op welke klok is het kwart over 12?

Slide 8 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Op welke klok is het kwart voor 7?

Slide 9 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Sleep de digitale klokken naar de analoge klokken

Slide 10 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Op welke klok is het 5 over?

Slide 11 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Op welke klok is het 5 voor?

Slide 12 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Op welke klok is het vijf over 2 ?

Slide 13 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke tijd hoort er bij iedere klok?

Slide 14 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Sleep de analoge klokken naar de digitale  klokken

Slide 15 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Sleep de digitale klokken naar de analoge klokken

Slide 16 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Klokkenquiz!!
met analoge klokken

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

1. Analoge klok

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


A
1 uur
B
2 uur
C
11 uur
D
12 uur

Slide 19 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies


A
half 3
B
half 4
C
half 5
D
half 6

Slide 20 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies


A
12 uur
B
6 uur
C
7 uur
D
8 uur

Slide 21 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies


A
half 6
B
half 8
C
half 10
D
half 12

Slide 22 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies


A
kwart voor 4
B
kwart over 4
C
kwart voor 5
D
kwart over 5

Slide 23 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies


A
kwart voor 8
B
kwart over 8
C
kwart voor 9
D
kwart over 9

Slide 24 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies


A
kwart voor 3
B
kwart over 3
C
kwart voor 9
D
kwart over 9

Slide 25 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies


A
kwart over 9
B
kwart voor 9
C
kwart over 8
D
kwart voor 8

Slide 26 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Het is hier 10 voor 2.
Het is hier 10 over 6
.

Slide 27 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies


A
Het is 5 voor 1.
B
Het is 5 over 1.
C
Het is 5 voor 11.
D
Het is 5 over 11.

Slide 28 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies


A
Het is 5 voor 1.
B
Het is 5 over 1.
C
Het is 5 voor 11.
D
Het is 5 over 11.

Slide 29 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies


A
Het is 10 over 3.
B
Het is 10 voor 3.
C
Het is 10 over half 3.
D
Het is 10 voor half 3.

Slide 30 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies


A
Het is 5 voor 5.
B
Het is 5 over 5.
C
Het is 5 uur.
D
Het is 5 voor half 11.

Slide 31 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies


A
Het is 10 uur.
B
Het is 10 over 12.
C
Het is 10 voor 12.
D
Het is half 10.

Slide 32 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies


A
Het is kwart over 11.
B
Het is half 12.
C
Het is 10 voor half 12.
D
Het is 10 over half 12.

Slide 33 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies


A
Het is half 9.
B
Het is half 10.
C
Het is 5 voor half 9.
D
Het is 5 over half 9.

Slide 34 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies


A
Het is 5 over half 6.
B
Het is 5 voor half 6.
C
Het is half 6.
D
Het is half 7.

Slide 35 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies


A
Het is half 1.
B
Het is half 2.
C
Het is 10 voor half 1.
D
Het is 10 over half 1.

Slide 36 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies