Exercise 11: schrijf de Nederlandse vertalingen van de woorden op. Bekijk de afbeeldingen, welke Theme Words zie je?
Exercise 12: vul de Theme words ( p.14) in.
Exercise 13: schrijf de Nederlandse vertalingen van de woorden op.
Exercise 14: los de puzzel op met de Theme words van p. 15.
Exercise 16: vul de woorden in.
Exercise 17: lees de strategie goed door.
Exercise 26:a/b schrijf de Nederlandse vertalingen van de woorden op en geef bij b aan welk woord niet in het rijtje past. (p.23)
Exercise 50: schrijf de Nederlandse vertalingen van de woorden op en zet Theme words in de e-mail. (p.39)
Klaar: leer de Theme Words op p.48 ( cashier-traffic jam)
Slim Stampen: Vocabulary B-D-H