In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.
Onderdelen in deze les
12.3 Hormonen recyclen botten
Slide 1 - Tekstslide
In welke lichaamsdeel zit calcium opgeslagen?
A
In je hersenen
B
In je huid
C
In je maag
D
In je botten
Slide 2 - Quizvraag
In welk eten zit veel calcium?
Slide 3 - Open vraag
Slide 4 - Tekstslide
Slide 5 - Tekstslide
Een schildklier speelt een belangrijke rol in de homeostase van calcium. Waar zit je schildklier in je lichaam?
A
bij je hals
B
bij je sleutelbeen
C
in je botten
D
in de spieren
Slide 6 - Quizvraag
Slide 7 - Tekstslide
Slide 8 - Tekstslide
Slide 9 - Tekstslide
Marie heeft last van botontkalking. Van de dokter krijgt ze medicijnen met Calcium en vitamine D. Leg uit waarom de dokter voor deze stoffen heeft gekozen om deze botontkalking tegen te gaan.
Slide 10 - Open vraag
Slide 11 - Video
Werkt de homeostase van Calcium door middel van negatieve of positieve terugkoppeling?
A
Negatieve terugkoppeling
B
Positieve terugkoppeling
Slide 12 - Quizvraag
Slide 13 - Tekstslide
Slide 14 - Tekstslide
Slide 15 - Tekstslide
Slide 16 - Tekstslide
Slide 17 - Tekstslide
Slide 18 - Tekstslide
testosteron en oestrogenen remmen osteoclasten (afbraak bot)
=> osteoporose (botontkalking)
Slide 19 - Tekstslide
Osteoclast v.s. osteoblast
Slide 20 - Tekstslide
Wat doen Osteoblasten vooral?
A
Ze helpen je met groeien
B
Ze halen Ca+ uit de botten
C
ze helpen bij opbouw van de botten
D
Geen van de vorige antwoorden
Slide 21 - Quizvraag
Wat is een osteocyt?
A
Een cel die niet erg actief is
B
Een cel die helpt bij het afbreken van botten
C
Een osteoblast
Slide 22 - Quizvraag
Een examenvraag
Slide 23 - Tekstslide
Waardoor worden mensen als gevolg van osteoporose kleiner?