C1 les 47 §6 Start: Feit, mening, standpunt en argument 2bk

Cursus 1 Meer dan lezen
§ 6  Feit, mening, standpunt en argument
les 47
2bk
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

In deze les zitten 18 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 40 min

Onderdelen in deze les

Cursus 1 Meer dan lezen
§ 6  Feit, mening, standpunt en argument
les 47
2bk

Slide 1 - Tekstslide

Welkom! 
Ga naar je plek, pak je spullen en wacht tot de les begint.
  • leesboek
  • lesboek 
  • schrift
  • etui
timer
1:00

Slide 2 - Tekstslide

Lezen
timer
10:00

Slide 3 - Tekstslide

Wat gaan we doen?

  • herhalen lesdoel
  • huiswerk nakijken
  • nieuw lesdoel
  • samen aan de slag
  • zelfstandig werken
  • huiswerk

Slide 4 - Tekstslide

Lesdoel
§5 Hoofd- en bijzaken

Slide 5 - Tekstslide

Wat is je huiswerk?

Maken:
Cursus 1
§ 5
oefentoets moet af zijn



Slide 6 - Tekstslide

Lesdoel
§ 6 Feit, mening, standpunt en argument

Slide 7 - Tekstslide

feit
Een feit is iets wat echt zo is. Je kunt het controleren. Je ontdekt dan of het waar of niet waar is. Als het waar is, is het een feit. 


Bijvoorbeeld: Mijn buurvrouw is arts.

Slide 8 - Tekstslide

mening of standpunt
Een mening of standpunt is een uitspraak over wat iemand vindt van iets of hoe iemand ergens over denkt. 
Met een mening of standpunt kun je het eens of oneens zijn. 
Je herkent een mening soms aan woorden als ik vind en volgens mij. 

                    Bijvoorbeeld: Ik vind werken in een ziekenhuis spannend.

Slide 9 - Tekstslide

argument
Als je uitlegt waarom je een bepaalde mening hebt of als je een mening wilt verdedigen, gebruik je een argument
Een argument herken je vaak aan woorden als want, omdat, namelijk en immers

                  Bijvoorbeeld: Ik vind werken in een ziekenhuis spannend (mening),                 want je ziet veel mensen die gewond zijn of erg ziek zijn (argument).

Slide 10 - Tekstslide

Let op:  soms lijkt het alsof iets een feit is, maar dat is niet zo. 

                 Bijvoorbeeld: IJs is heerlijk
Dit is iets wat iemand vindt, dus is het een mening. Je kunt het ermee eens of oneens zijn. 

Tip:  je kunt er Ik vind voor zetten, dan ontdek je dat Ik vind ijs heerlijk een mening is.

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Link

Samen aan de slag
Lesboek ->      Cursus 1 ->      §6 ->       opdracht 1


               We gaan opdracht 1 samen maken.

Ik lees de tekst voor. Lees mee in je eigen boek.

                      

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Zelf aan de slag
Lesboek ->      Cursus 1 ->      §6 ->       opdracht 1


               Je gaat opdracht 2 en 4 zelfstandig maken.



                      

Slide 15 - Tekstslide

Zelfstandig werken
Maak: 
Cursus 1
§ 6
opdracht 2 en 4 = huiswerk

Heb je een vraag?
Steek je vinger op!

Ben je klaar?
Lezen 

Slide 16 - Tekstslide

Wat is je huiswerk?

Maken:
Cursus 1
§ 6
opdracht 2 en 4  moeten af zijn



Slide 17 - Tekstslide

Evaluatie
  • Wat heb je geleerd deze les?
  • Wat ging er goed?
  • Wat kan beter?

Slide 18 - Tekstslide