Grammar Review (3Kader) Theme 3

1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Woordvolgorde (Word order)
WIE+DOET WAT+WAAR+WANNEER
Bijv: 
She (WIE) loves to go (DOET WAT) in the park (WAAR) every Saturday (WANNEER)

Slide 3 - Tekstslide

Als je wilt benadrukken wanneer iets gebeurt, zet dan de tijdsbepaling vooraan.
Bijv: 
On Fridays I like to go skating in the park.
Every Sunday they meet up to practise with their band

Slide 4 - Tekstslide

Schrijf de zinsdelen in de juiste volgorde.
Maria-plays-never-tennis-outside

Slide 5 - Open vraag

Zet de zinsdelen in de juiste volgorde.
usually-Stan-late-is-for school

Slide 6 - Open vraag

Zet de zinsdelen in de juiste volgorde.
not-at home- she-is

Slide 7 - Open vraag

Schrijf de zinsdelen in de juiste volgorde:

running-along the beach-at weekends-Caroline enjoys

Slide 8 - Open vraag

Schrijf de zinsdelen in de juiste volgorde:
often-we were-last summer-at the beach

Slide 9 - Open vraag

Schrijf de zinsdelen in de juiste volgorde:
usually-they are-on Saturdays-at the football club

Slide 10 - Open vraag

Slide 11 - Tekstslide

Bezittelijk voornaamwoorden geven aan van WIE iets is. Je kunt ze op twee manieren gebruiken
Bijvoorbeeld:
my(mijn)        of       mine(van mij)
This is my bag.
This bag is mine.

Slide 12 - Tekstslide

Choose the correct answer.
Sam is a friend of ……………….

A
my
B
mine
C
you
D
they

Slide 13 - Quizvraag

Nora gave him that sweater. It's ……………. now.
A
him
B
hers
C
his
D
theirs

Slide 14 - Quizvraag

That dog is sweet. ……………. name is Roger.
A
Its
B
Our
C
Her
D
They

Slide 15 - Quizvraag

Can I leave ………. books in your locker?
I can't find my key.
A
mine
B
my
C
its

Slide 16 - Quizvraag

"hello Peter, I found these keys. Are they…………….?"
A
his
B
your
C
yours
D
him

Slide 17 - Quizvraag

Jack and Jill went up the hill with _______ bucket of water.
A
their
B
his
C
her
D
theirs

Slide 18 - Quizvraag

_______ class is great. We get on really well together.
A
him
B
her
C
theirs
D
our

Slide 19 - Quizvraag