Leerjaar 4 bijwoord woordvolgorde

• Engels
• Middelbare school
• vmbo k, g, t
• Leerjaar 3

Grammar Unit 3

Woordvolgorde (bijwoorden van fequentie)

Woordvolgorde plaats/tijd

Woordvolgorde bijwoorden van frequentie

Bijwoorden van frequentie

Bijwoorden van frequentie geven aan hoe vaak iets gebeurd.

always             - altijd

often                - vaak

usually            - meestal

sometimes   - soms

Bijwoorden van frequentie

In de meeste gevallen zet je het bijwoord voor het werkwoord in de zin.

We always go on holiday to spain.

I sometimes take the bus.

They usually study in the afternoon.

Bijwoorden van frequentie

Bij het werkwoord "to be" komt het  het bijwoord voor na to be (am, is, are, was and were) in de zin.

The teacher is sometimes late. 

Before, he was usually on time.

We were always laughing at his jokes.

Welke zin is juist?

1. I eat never meat
2. I never eat meat
3. never eat I meat
4. I eat meat never

Welke zin is juist?

1. I always walk to school
2. I walk always to school
3. Always I walk to school
4. I walk to school always

Welke zin is juist?

1. They usually studying were in their room.
2. They studying were usually in their room.
3. They were usually studying in their room.
4. They usually were studying in their room.

Welke zin is juist?

1. We are never late
2. We never are late
3. We are late never
4. Never we are late

Welke zin is juist?

1. She always kind is
2. She always is kind
3. She is kind always
4. She is always kind

Kort samengevat

Bijwoorden van frequentie geven aan hoe vaak iets gebeurd.

Waar in de zin komen ze te te staan?:
Vorm van to be in de zin? --> Na het werkwoord

Geen vorm van to be?        --> Voor het werkwoord

Typ de zin over met het bijwoord op de juiste plek.

(usually) I wake up early.

Typ de zin over met het bijwoord op de juiste plek.

(always) she is home on the weekend.

Typ de zin over met het bijwoord op de juiste plek.

(sometimes) My friends are very loud.

Typ de zin over met het bijwoord op de juiste plek.

(often) We play games together.

Typ de zin over met het bijwoord op de juiste plek.

(usually) I am quite happy.

Typ de zin over met het bijwoord op de juiste plek.

(often) We hang out together.

Woordvolgorde

Plaats en tijd

Bijwoorden van plaats

De bijwoorden van plaats staan meestal aan het einde van de zin. Als er een tijd wordt aangegeven komt die daarvoor te staan. 

My bike is in the shed today.

They left for France.

We often went to the beach

Bijwoorden van tijd

Bijwoorden die aangeven wanneer iets gebeurt, staan meestal aan het eind van een zin. Als je de tijd extra wilt benadrukken, kun je ze ook vooraan in een zin zetten. Plaats is rood.

My bike is in the shed today. 

They left for France in the morning.

Last year we often went to the beach.

Woordvolgorde plaats en tijd

De plaats en/of tijd staan in het Engels bijna altijd achteraan in de zin.

In het Engels komt de Plaats altijd voor de tijd in de zin.

Ik was gisteren op school

I was at school yesterday

Zet in de juiste volgorde:
My friends and I went ______ (yesterday - to the party)

Zet in de juiste volgorde:
We went to the theatre ______. (in Ede - last week)

Zet in de juiste volgorde:
We had fun _____ (yesterday - at the beach)

Let's get to work

Maak van unit 3 lesson 2 

Alle opdrachten 1 t/m 14

Ben je eerder klaar? test jezelf 3.2

Ook klaar? Woordjes oefenen - versterk jezelf