Longen en luchtwegen - anatomie en pathologie

Longen en luchtwegen
Anatomie en pathologie
1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

Onderdelen in deze les

Longen en luchtwegen
Anatomie en pathologie

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoel
Na deze les weten studenten waar de luchtwegen uit bestaan, kunnen enkele longaandoeningen benoemen en kunnen zij een trachecanule verzorgen

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bovenste luchtwegen
Onderste luchtwegen

Slide 3 - Tekstslide

  • mondholte (cavum oris);
  • neusholte (cavum nasi);
  • keelholte (pharynx);
  • strottenhoofd (larynx).

  • luchtpijp (trachea);
  • luchtpijpvertakkingen (bronchiën);
  • longbuisjes (bronchiolen);
  • longblaasjes (alveolen).
Wat gebeurt er in de longen?
A
Afvalstoffen worden uitgescheiden, zuurstof opgenomen
B
Zuurstof wordt uitgescheiden, afvalstoffen opgenomen
C
De dikte van het bloed wordt gereguleerd
D
Er worden hormonen aan het bloed toegevoegd

Slide 4 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 5 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Longen
Gaswisseling

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welke stelling klopt niet?
A
De belangrijkste taak van de onderste luchtwegen is het uitwisselen van zuurstof en koolzuurgas.
B
De trilharen in de luchtpijp vervoeren verontreinigingen in de lucht terug naar de mondholte.
C
De trilharen in de neus verwarmen en zuiveren de ingeademde lucht.
D
De zuurstof wordt via de luchtpijptakjes opgenomen in het bloed.

Slide 7 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat weet je over hyperventilatie?

Slide 8 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat zorgt voor klachten bij hyperventilatie?

Slide 9 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Astma
  • Astma is een chronische ontsteking van de longen
  • Verschijnselen:
  • Kortademigheid
  • Hoesten
  • Piepende of zagende ademhaling
  • Productieve hoest (slijm)

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 11 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Oorzaak
  • Astma ontstaat vaak op kinderleeftijd
  • Familiair belast: 25 tot 75% overerfelijk!
  • Allergie veroorzaakt astma: 70 tot 80%!
  • Vroeggeboren kinderen 
  • Baby’s van wie de moeder rookte tijdens de zwangerschap
  • Laag gewicht bij geboorte
  • Infecties bij geboorte
  • Beroepsastma 

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Drie vormen
  • Drie vormen: 
  • Allergisch astma
  • Niet-allergisch astma 
  • inspanningsastma

     

Slide 13 - Tekstslide

Allergisch astma  atopisch astma --> overgevoeligheid voor allergenen, bijv. huisstofmijt, geuren, kou

Niet-allergisch astma  intrinsiek astma  parfum, weersomstandigheden, rook

Inspanningsastma  benauwd door lichamelijke inspanning

Symptomen
  • Kortademigheid
  • Exacerbatie asthma bronchiale: zeer ernstige astma-aanval
  • Stress, kortademigheid, hoesten en piepende ademhaling
  • Korte zinnen
  • Status astmaticus: zeer ernstige astma-aanval waarbij de patiënt niet reageert op gebruikelijke middelen
  • Levensbedreigend! 

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat doen bij astma-aanval?

Slide 15 - Woordweb

  • Laat de patient nooit alleen
  • Patiënt rechtop helpen
  • Medicatie toedienen
  • Arts waarschuwen
  • Assisteren bij onderzoek (bijv. X-thorax, bloedgas, kweek)

COPD
  • COPD: Chronic Obstructive Pulmonary Disease (Chronische Obstructieve Long Ziekte)
  • COPD is een longziekte waarbij de longen zijn beschadigd
  • Ademen is moeilijker en men heeft minder energie
  • COPD omvat chronische bronchitis en longemfyseem

Slide 16 - Tekstslide

Chronische bronchitis: chronische ontsteking van de bronchiën
Longemfyseem: afname van elasticiteit van de longblaasjes

Oorzaken
  • Roken én meeroken!
  • Door een erfelijke ziekte
  • Door moeilijk te behandelen astma.
  • Astma
  • Longontsteking
  • Andere longziekten (zoals longkanker)
  • Erfelijke ziekten
  • Schadelijke stoffen, zoals houtstof, lijm en verfdampen
  • Luchtvervuiling, bijvoorbeeld door fijnstof

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Symptomen
  • Symptomen
  • Rokershoestje
  • Dyspnoe
  • Slijmvorming
  • Vermoeidheid
  • Decompensatio cordis
  • Tonvormige borstkas

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Behandeling

Altijd: stoppen met roken!
Medicamenteus:
Kortwerkende luchtwegverwijders
Langwerkende luchtwegverwijders
Slijmoplossers
Antibiotica
Ontstekingsremmers
Combinatiemedicijnen
Antiallergiemiddelen
Zuurstof
Griepvaccinatie 

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Over een zuurstofbril mag je
A
0,5 tot 2 liter zuurstof geven
B
Tot 5 liter zuurstof geven
C
Tot 7 liter zuurstof geven
D
Onbeperkte hoeveelheden zuurstof geven

Slide 20 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Verschijnselen zuurstoftekort
  • Onrust
  • Prikkelbaarheid 
  • Hoge hartslag
  • Bloeddruk stijging
  • Blauwe lippen en slijmvliezen 
  • Bewustzijnsstoornissen 
  • Hallucinaties
  • Angsten 
  • Desoriëntatie

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Uitzuigen
  • Uitzuigen dient twee doeleinden: 
  • Het vrijhouden van de luchtwegen
  • Het voorkomen van luchtweginfecties 
  • Indicaties voor uitzuigen:
  • Sputumophoping voorkomen / verwijderen in de neus of mond
  • De gasuitwisseling verbeteren
  • Sputum verkrijgen voor onderzoek
  • Aspiratie
  • Bloeding in de mond / keelholte 

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Voordelen zuurstoftoediening:
  • Verbeterde hartfunctie
  • Verbeterde zuurstofvoorziening aan de weefsels
  • Betere kwaliteit van leven
Nadelen zuurstoftoediening:
  • Uitdroging neusslijmvlies
  • Verminderde bewegingsvrijheid

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welke observatiepunten ken je bij mensen die zuurstof krijgen?

Slide 24 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Aandachtspunten
  • Prikkeling
  • Braak- en hoestreflex
  • Snelheid
  • Hygiëne
  • Voorzichtigheid

Slide 25 - Tekstslide

Uitzuigen kan zorgen voor meer slijmproductie door prikkeling van de slijmvliezen.
De braak- en hoestreflex die optreed wordt als benauwd ervaren.
Denk bij het uitzuigen aan snelheid vanwege benauwdheid bij de zorgvrager. Deze is benauwd door het sputum, daarnaast is de handeling zelf benauwend.
Hygiëne: schoon materiaal gebruiken vanwege bacteriën en handschoenen aandoen.
Voorzichtigheid: tijdens het uitzuigen kan de uitzuigkatheter de binnenkant van de mond- en keelholte beschadigen.