Par. 3.5 Conflicten tussen kapitaal en arbeid

Begintaak
KA uit je hoofd leren:
De industriële revolutie die in de westerse wereld de basis legde voor een industriële samenleving. (KA tijdv. 8, 31)

Klaar? Lees par. 3.5
timer
2:00
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quiz, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Begintaak
KA uit je hoofd leren:
De industriële revolutie die in de westerse wereld de basis legde voor een industriële samenleving. (KA tijdv. 8, 31)

Klaar? Lees par. 3.5
timer
2:00

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Video

Elk tijdvak heeft een aantal kenmerkenden aspecten. 
Er zijn in totaal 49 kenmerkende aspecten.  

Slide 3 - Tekstslide

Studiewijzer
MEIVAKANTIE
09-10/05: Par. 3.4 Grote veranderingen in de gelaagdheid van de bevolking
12/05:   Par. 3.4 Grote veranderingen in de gelaagdheid van de bevolking
17/05: Par. 3.5 Conflicten tussen kapitaal en arbeid
19/05:  Par. 3.5 Conflicten tussen kapitaal en arbeid
24/05: Uitleg PO
31/05: Werken aan de PO
02/06: Presentatie
(Pinksteren)
07/06: Presentatie
09/06 Oefenen voor de TWT
13/06: START TOETSWEEK









Toetsweek 3
Par. 3.1,  3.2, 3.3, 3.4 en 3.5

Slide 4 - Tekstslide

Vandaag
1. Uitleg PO
2. Werken!
3. Afsluiten

Slide 5 - Tekstslide

Leerdoel
1. Door welke oorzaken raakten werkgevers en arbeiders met elkaar in conflict in de 19de eeuw?
2. Welke pogingen werden gedaan om de situatie van de arbeiders te verbeteren, eind 19de eeuw?
3. Welke maatregelen namen regeringen ten slotte?
4. Wat is het realisme?
 

Slide 6 - Tekstslide

Werkgever vs werknemer
Zoveel mogelijk winst maken
Steun van de overheid
Armoede is normaal
Steeds meer rijkdom
Weinig loon, veel armoede
Geen kiesrecht (dus geen invloed op de regering om hun situatie te veranderen).
Slechte werkomstandigheden
Geen opleiding, dus vaak geen goede baan

Slide 7 - Tekstslide

Korte film
Over de situatie van de arbeiders

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Video

Wat kan een arbeider doen om betere omstandigheden te krijgen?

Slide 10 - Open vraag

Optie 1: staken
Als je gaat staken weiger je tijdelijk te werken.
Je gaat pas weer werken als je betere omstandigheden krijgt.
- Gevaar: je baas kan je ontslagen
Maar samen sta je sterker in een vakbond!

Slide 11 - Tekstslide

Wat doet een vakbond?
- Praten met werkgevers over salaris en werkomstandigheden
- Organiseren indien nodig stakingen

Met het geld van de leden, kunnen vakbonden:
 
- Doorbetalen bij werkloosheid / ziekte
- Doorbetalen bij stakingen
- Wordt scholing voor de leden betaald
- Worden onterecht ontslagen leden geholpen (advocaat)

Slide 12 - Tekstslide

Optie 2: politiek
Sommige arbeiders wilden de problemen politiek aanpakken.
Zij richtten de eerste echte politieke partijen op: 
  • 1881: De Sociaal-Democratische Bond (SDB)
  • 1894: De Sociaal-Democratische Arbeiderspartij (SDAP)

Slide 13 - Tekstslide

Optie 2: politiek
  • Ook geestelijken bemoeiden zich met het lot van de arbeider
Predikant Abraham Kuyper wilde zich inzetten op "de kleine luyden" en richtte in 1872 de krant De Standaard. 
In 1879 stichtte hij de Anti-Revolutionaire Partij (ARP) op. 

  • Domela Nieuwenhuis zetten zich in de jaren 70' als "predikant voor de arbeiders". Hij richtte in 1879 de Sociaal-Democratische Bond, de SDB. 

  • Ook de Paus (Leo XIII) waarschuwde alle katholieken voor de fouten van het industriële kapitalisme.  

Slide 14 - Tekstslide

Optie 3: media
Steeds meer mensen kregen toegang tot de media
Veel mensen vertelden hier over de omstandigheden
Denk aan serieuze schilderijen en artikelen
Maar ook aan vermaak (boeken, toneelstukken) 

Slide 15 - Tekstslide

Regeringen nemen maatregelen
De politiek ging nu écht ingrijpen, dat eisten de mensen:
1. Sociale wetten
2. Kiesrecht

Slide 16 - Tekstslide

De sociale kwestie
De sociale kwestie = de discussie over de werk- en leefomstandigheden van de arbeiders. 
De sociale kwestie leidde tot het invoeren van sociale wetten

KA 32:  Discussies over de sociale kwestie

Slide 17 - Tekstslide

Realisme: het eigentijdse leven

Slide 18 - Tekstslide

Sociale wetten
Het kinderwetje
In 1874 werd kinderarbeid in fabrieken onder de 12 jaar verboden, het Kinderwetje van Van Houten
Dit was de eerste sociale wet.

Slide 19 - Tekstslide

Opsomming Sociale wetten
1874     Kinderwetje van Samuel van Houten
1901      Leerplichtwet
1919      Arbeidswet

Later kwamen er nog meer sociale wetten


Slide 20 - Tekstslide

Kiesrecht
Eerst mochten alleen rijke mensen stemmen
Later kregen alle mannen (1917, algemeen kiesrecht) en alle vrouwen (1919) kiesrecht

Slide 21 - Tekstslide

Opdracht -ismen. 
Leg in je eigen woorden uit wat de volgende -ismen zijn. Geef per -ismen een voorbeeld. 
  1. Nationalisme
  2. Conservatisme
  3. Liberalisme
  4. Socialisme
  5. Confessionalisme
  6. Feminisme
  7. Imperialisme

In tweetal.
timer
15:00

Slide 22 - Tekstslide

Afsluiten: leerdoelen beantwoorden
3. Welke maatregelen namen regeringen ten slotte?
4. Wat is het realisme?

Slide 23 - Tekstslide

Opdracht -ismen. 
Leg in je eigen woorden uit wat de volgende -ismen zijn. Geef per -ismen een voorbeeld. 
  1. Nationalisme
  2. Conservatisme
  3. Liberalisme
  4. Socialisme
  5. Confessionalisme
  6. Feminisme
  7. Imperialisme

In tweetal.
timer
15:00

Slide 24 - Tekstslide