WEEK 10- LUNES 3 Y MARTES 4-3-25

WEEK 10- LUNES 3 Y MARTES 4-3-25
1 / 42
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 42 slides, met interactieve quiz, tekstslides en 2 videos.

Onderdelen in deze les

WEEK 10- LUNES 3 Y MARTES 4-3-25

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

SIGNAALWOORDEN

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

WAT ZIJN SIGNAALWOORDEN?

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

timer
10:00
SIGNAALWOORDEN

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

PRACTICAMOS
timer
8:00
por lo tanto → dus, daarom
aunque → hoewel, ook al
sino que → maar (juist), maar in plaats daarvan
a pesar de → ondanks
a menos que → tenzij
de tal manera que → op zo’n manier dat
con lo cual → waardoor, waarmee
desafortunadamente → helaas, jammer genoeg

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

VRAGEN: GATENTEKST

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

TEXTO 2 
2 D 

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

TEXTO 4 
5 C

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

TEXTO 5
TEXTO 5 ; 2=D, 6=B

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

TEXTO 6
D

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

TEXTO 1 
5 D

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

CAP. 4-5-6
Después de esta clase puedes:
gebeurtenissen in een verhaal verbinden aan eigen leven B1

Comentamos los  capítulos 4, 5 Y 6
Hacemos las preguntas de los cap. 4 t/m 6
Describimos actividades diarias


Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

EJEMPLO TAREA CAP. 5
TAREA 5: describir actividades diarias como trabajo

Abdel tiene que
Abdel esta en cargado de
Yo me ocupo
No trabajo porque...

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

¿CÓMO QUIERES TRABAJAR?
EN FORMA INDIVIDUAL  O CON FERNANDA


timer
30:00

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 19 - Video

vanaf minuut 14:00

Slide 20 - Video

Deze slide heeft geen instructies

PRÓXIMA CLASE

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

OPEN VRAGEN
Deze vragen zijn in het Nederlands gesteld en moet in het Nederlands beantwoord worden.
Geen specifiek stappenplan voor te geven, behalve:

• Goed markeren waar de vraag op slaat.
• Goed markeren in de tekst waar het antwoord gevonden kan worden

Voor alle open vragen geldt: besteed tijd aan het lezen van de vraag. Ga niet gelijk de tekst in.



Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

TEXTO 1
4 Een goed antwoord komt neer op:
De tatoeage mag niet zichtbaar zijn bij het dragen van een legeruniform.
Opmerking: Als de kandidaat het woord “uniform” niet vermeldt in het antwoord, geen scorepunt toekennen.

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

TRABAJA EN LOS TEXTOS 2, 3 Y 4
17 PREGUNTAS EN TOTAL X 3 '= 51 MINUTOS

RESUEVLE MÍNIMAMENTE LOS TEXTOS 2 Y 3.
timer
30:00

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

MARTES 11-2-25

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

OPDRACHT IN MAGISTER
deadline semana 12
19-3-25

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

BEGINTAAK
timer
5:00

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

LEERDOEL


Ik kan in het Spaans vertellen over dingen die in het verleden zijn gebeurd.




                        Succescriteria


  • Ik ken de juiste vormen van de werkwoorden in de Pretérito Indefinido en de Pretérito Imperfecto.
  • Ik weet wanneer ik de Pretérito Indefinido of de Pretérito Imperfecto moet gebruiken en herken de signaalwoorden die daarbij horen.
  • Ik kan de Pretérito Indefinido en de Pretérito Imperfecto goed gebruiken, ook als er geen signaalwoorden zijn.

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

¿IMPERFECTO O INDEFINIDO?
FUI
COMISTE
ERA
TUVE
HABLÓ
HABLABA
ESTABA
HABÍA
PUSO
QUISO
timer
3:00

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

¿QUÉ DETERMINA EL USO DEL
PRETÉRITO PERFECTO, PRETÉRITO INDEFINIDO O 
IMPERFECTO?

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

pg. 12

Slide 32 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

¿QUÉ PASA
CUANDO NO HAY
MARCADORES (SIGNAALWOORDEN)?

Slide 33 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Slide 34 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 35 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

PRACTICAMOS
timer
15:00
Ejerccio 1
1. ayer por la mañana/el otro día
2. anoche
3. cuando era pequeño
4. esta semana
5. hace tres meses/ el otro día
6. hoy
7. ayer por la tarde
8. antes
9. En 2010
10. Esta semana/hoy

Ejercicio 3
1. era, organizábamos
2. preparaba 
3. decidí 
4. han viajado 
5. fuimos 
6. necesitaban/bebieron - necesitábamos/bebimos
7. celebraste 
Ejercicio 2
1-Juan y Clara estudian para sus exámenes.
La semana pasada: Juan y Clara estudiaron para sus exámenes.

2-Mi primo juega al fútbol todos los domingos.
Ayer: Mi primo jugó al fútbol.

3- Tú visitas a tus abuelos cada verano.
El verano pasado: Tú visitaste a tus abuelos.

4-Mis amigos y yo celebramos nuestro aniversario juntos cada año.
El año pasado: Mis amigos y yo celebramos nuestro aniversario juntos.

5-Laura prepara el desayuno para su familia todos los días.
Esta mañana: Laura preparó el desayuno para su familia.

6-Vosotros leéis libros en la biblioteca cada tarde.
El martes pasado: Vosotros leísteis libros en la biblioteca.

7-Mi hermano duerme hasta tarde los fines de semana.
El sábado pasado: Mi hermano durmió hasta tarde.

8-Yo compro fruta en el mercado los sábados.
El fin de semana pasado: Yo compré fruta en el mercado.

9-Mis padres ven la televisión todas las noches.
Anoche: Mis padres vieron la televisión.

10- Usamos protector solar cuando hace sol.
El verano pasado: Usamos protector solar cuando hizo sol.

Slide 36 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

BEGINTAAK- ¿QUÉ SIGNIFICAN ESTAS PALABRAS?
la tierra
la cárcel
la amenaza
los cadáveres
los muertos
el miedo
el permiso de residencia, 
registrar, 
el enemigo,
el contrato, 
sospechar, 
el pasaporte, 
el peligro, 
la amenaza, 
seguir los pasos

timer
5:00
la tierra → de aarde
la cárcel → de gevangenis
la amenaza → de dreiging / de bedreiging
los cadáveres → de lijken
los muertos → de doden
el miedo → de angst
el permiso de residencia → de verblijfsvergunning
registrar → doorzoeken / registreren
el enemigo → de vijand
el contrato → het contract
sospechar → vermoeden / verdenken
el pasaporte → het paspoort
el peligro → het gevaar
la amenaza → de dreiging / de bedreiging (zelfde woord als eerder)
seguir los pasos → de stappen volgen / iemands spoor volgen

Slide 37 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

TAREAS PARA EL LUNES 24-2
TERMINAR TODAS LAS TAREAS DE LOS CAP. 1 T/M 3

VAMOS A COMENTAR EN CLASE TU ARGUMENTACIÓN DE POR QUÉ TE GUSTA UNA CITA

LEER LOS CAPÍTULO 4-5-6

Slide 38 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

CAP. 4-5-6
Después de esta clase puedes:
gebeurtenissen in een verhaal verbinden aan eigen leven B1

Leemos capítulo 4, 5 Y 6
Hacemos las preguntas de los cap. 4 t/m 6
Describimos actividades diarias


Slide 39 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

EJEMPLO TAREA CAP. 5
TAREA 5: describir actividades diarias como trabajo

Abdel tiene que
Abdel esta en cargado de
Yo me ocupo
No trabajo porque...

Slide 40 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

¿CÓMO QUIERES TRABAJAR?
EN FORMA INDIVIDUAL  O CON FERNANDA


timer
30:00

Slide 41 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

TAREAS PARA EL LUNES 03-3
TERMINAR TODAS LAS TAREAS DE LOS CAP. 4 t/m 6

VAMOS A COMPARAR LAS TAREAS DE ABEL CON LAS TUYAS

LEER EL CAPÍTULO 7-8-9

Slide 42 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies