Actualiteit zakgeld

Zakgeld

Je leert deze les over geld uitgeven en sparen.... 
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
Mens & MaatschappijMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 2

In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 15 min

Onderdelen in deze les

Zakgeld

Je leert deze les over geld uitgeven en sparen.... 

Slide 1 - Tekstslide

Wat doe jij met je zakgeld?
Met je zakgeld kan je 2 dingen doen, namelijk:
Uitgeven of sparen

Maar één ding is zeker: op = op

Slide 2 - Tekstslide

Waar gebruik jij je zakgeld voor?

Slide 3 - Woordweb

2

Slide 4 - Video

01:01
Wat zou jij doen om niet in deze situatie te komen?

Slide 5 - Open vraag

02:11
Welk deel van de video past bij jou?
Deel 1, waar Rens zijn zakgeld direct uitgeeft
Deel 2, waar Rens een deel van zijn zakgeld spaart
Geen van beide, ik spaar al mijn spaargeld

Slide 6 - Poll

Geld uitgeven
heeft voordelen en nadelen.

Nadeel: het kan op zijn terwijl je iets nieuws wil kopen.

Voordeel: je kan iets lekkers kopen tijdens het chillen met vrienden. 
Sparen
heeft voordelen en nadelen.

Nadeel: het kan lang duren voordat je genoeg hebt gespaard.

Voordeel: Je kan iets duurs kopen na een tijd sparen.

Slide 7 - Tekstslide

Voordeel van 
sparen
Nadeel van 
sparen
Voordeel
 van
uitgeven
Nadeel
 van
uitgeven
Iets duurs kunnen kopen als je dat wil
Soms lang moeten wachten voordat je kan kopen wat je wil
Spijt kunnen krijgen van snelle aankopen
Iets leuks of lekkers kopen

Slide 8 - Sleepvraag

Stel, jij krijgt opeens €5 per week meer zakgeld. Wat doe je met al dit geld?
A
Ik geef het lekker allemaal uit, daar kan ik veel eten van kopen!
B
Ik spaar een deel en geef een deel uit.
C
Ik spaar alles, dan kan ik lekker snel iets duurs kopen!

Slide 9 - Quizvraag

De een krijgt meer dan de ander
Je kan zakgeld niet zomaar vergelijken met je vrienden.

De hoogte van je zakgeld hangt af van wat je er allemaal van moet betalen.

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Als je ook kleding moet kopen van je zakgeld, krijg je dan meer of minder dan als je dat niet hoeft?
A
Meer
B
Minder

Slide 12 - Quizvraag

Als je zakgeld minder wordt, dan kan je minder ...
A
uitgeven
B
sparen
C
uitgeven en sparen

Slide 13 - Quizvraag

Als jouw zakgeld lager wordt, verandert dat iets aan je uitgaven?

Slide 14 - Open vraag

Marco krijgt €4 per week, hij wil een skateboard kopen van €60, hoe lang moet hij sparen als hij alles spaart?
A
16 weken
B
15 weken
C
14 weken
D
13 weken

Slide 15 - Quizvraag