Kapitel 4- Aufgabe 15, 16, 17 & uitleg grammatica
1 / 23
Lesduur is: 50 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Tekstslide
Slide 4 - Link
Slide 5 - Tekstslide
Slide 6 - Tekstslide
Slide 7 - Tekstslide
Vul in
1. het .....Buch
2. de ...... Lehrerin
3. de........ Direktor
4. de....... Kinder
1. het .....Buch
2. de ...... Lehrerin
3. de........ Direktor
4. de....... Kinder
Slide 8 - Woordweb
1e naamval = onderwerp = wie/wat + gezegde
Der Schüler sieht den Lehrer im Supermarkt.
Klopt dit?
Der Schüler sieht den Lehrer im Supermarkt.
Klopt dit?
Ja
Nein
Slide 9 - Poll
4e naamval = lijdend voorw. = wie/wat+ gezegde + ond.
klopt dit?
Der Schüler sieht den Lehrer im Supermarkt.
klopt dit?
Der Schüler sieht den Lehrer im Supermarkt.
Ja
Nein
Slide 10 - Poll
3e naamval = meewerkend vw. =aan/voor wie+ gezegde + onderw. + lv Klopt dit?
Der Schüler gibt dem Lehrer sein Buch.
Der Schüler gibt dem Lehrer sein Buch.
Ja
Nein
Slide 11 - Poll
Slide 12 - Tekstslide
Slide 13 - Tekstslide
Slide 14 - Video
Hoe ziet de volgorde van
het rijtje van de der-Gruppe
bij mannelijk eruit?
het rijtje van de der-Gruppe
bij mannelijk eruit?
1e: ___ Mann
3e: ___ Mann
4e: ___ Mann
A
die, dem, den
B
der, dem, den
C
der, den, dem
D
der, dem, der
Slide 15 - Quizvraag
Hoe ziet de volgorde van
het rijtje van de der-Gruppe
bij vrouwelijk eruit?
het rijtje van de der-Gruppe
bij vrouwelijk eruit?
1e: ___ Frau
3e: ___ Frau
4e: ___ Frau
A
die, der, die
B
die, der, den
C
die, dem, die
D
der, der, die
Slide 16 - Quizvraag
Hoe ziet de volgorde van
het rijtje van de der-Gruppe
bij onzijdig eruit?
het rijtje van de der-Gruppe
bij onzijdig eruit?
1e: ___ Kind
3e: ___ Kind
4e: ___ Kind
A
das, der, dem
B
das, dem, den
C
das, dem, das
D
das, der, das
Slide 17 - Quizvraag
Hoe ziet de volgorde van
het rijtje van de der-Gruppe
bij meervoud eruit?
het rijtje van de der-Gruppe
bij meervoud eruit?
1e: ___ Kinder
3e: ___ Kindern
4e: ___ Kinder
A
die, den, die
B
die, das, den
C
die, den, dem
D
die, der, die
