M3 Kapitel 12

 Naamvalgrammatica
1 / 34
volgende
Slide 1: Tekstslide
DuitsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

In deze les zitten 34 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

 Naamvalgrammatica

Slide 1 - Tekstslide

Samenvatting
Schema 1e en 4e naamval (der Gruppe)


                                    der Vater       die Mutter    das   Kind       die  Eltern (meervoud)
1e   naamval               der                   die                   das                     die
4e  naamval               den                   die                  das                    die

                                 

Slide 2 - Tekstslide

1e naamval

Slide 3 - Tekstslide

4e naamval

Slide 4 - Tekstslide

Welke vraag moet je stellen om het onderwerp (1e naamval) te bepalen?

Slide 5 - Open vraag

Welke vraag moet je stellen om het lijdend voorwerp (4e naamval) te bepalen?

Slide 6 - Open vraag

Ich backe die Torte.

het woord "backe" is
A
lijdend voorwerp
B
voorzetsel
C
onderwerp
D
gezegde

Slide 7 - Quizvraag

Ich backe die Torte.

het woord "Ich" is
A
lijdend voorwerp
B
voorzetsel
C
onderwerp
D
gezegde

Slide 8 - Quizvraag

Ich backe die Torte.

"eine Torte" is
A
lijdend voorwerp
B
voorzetsel
C
onderwerp
D
gezegde

Slide 9 - Quizvraag

Die Frau sieht d... Mann nicht.
A
der
B
die
C
das
D
den

Slide 10 - Quizvraag

Der Junge kauft d... Blume (v).
A
der
B
den
C
die
D
das

Slide 11 - Quizvraag

D....... Junge (m)singt schön.
A
den
B
die
C
der
D
das

Slide 12 - Quizvraag

Kies het juiste lidwoord:
Meine Schwester schliesst ____ Kühlschrank (m) nie!
A
der
B
die
C
den
D
das

Slide 13 - Quizvraag

Kies het juiste lidwoord:
____ Kühlschrank (m) steht in der Küche.
A
Der
B
Die
C
Den
D
Das

Slide 14 - Quizvraag

Kies het juiste lidwoord:
Ich möchte gern ____ Fruchteis (o).
A
der
B
die
C
den
D
das

Slide 15 - Quizvraag

Kies het juiste lidwoord:
Ich habe ___________ Hund (m) gekauft.
A
der
B
das
C
den

Slide 16 - Quizvraag

Kies het juiste lidwoord:
___________ Film (m)Jumanji habe ich schon 3 mal gesehen.
A
Der
B
die
C
Das
D
Den

Slide 17 - Quizvraag

Vul het woord in de goede vorm in.
Am liebsten esse ich (de) _____ Pizza(v).

Slide 18 - Open vraag

Kies het juiste lidwoord:
Ich suche _____ Zoo (m).
A
Die
B
Der
C
Den
D
Das

Slide 19 - Quizvraag

Vul het woord in de goede vorm in.
(het) ___ Buch(o) ist spannend.

Slide 20 - Open vraag

Voltooid deelwoord
Weet jij nog hoe je het voltooid deelwoord maakt?

Slide 21 - Tekstslide

Voltooid deelwoord?
Wer hat das Essen eigentlich_____?(bezahlen = betalen)

Slide 22 - Open vraag

Voltooid deelwoord?
Der Lehrer hat die Falsche Geschichte______(erzählen=vertellen)

Slide 23 - Open vraag

Voltooid deelwoord?
Die Schüler haben bei Albert Heijn zu wenig______(verdienen)

Slide 24 - Open vraag

Voltooid deelwoord?
Du hast zwei Jahre Deutsch_____(studieren)?

Slide 25 - Open vraag

Voltooid deelwoord?
Ich habe die Falsche Kleidung______(bestellen)

Slide 26 - Open vraag

Voltooid deelwoord?
Früher habe ich viel____(tanzen = dansen)

Slide 27 - Open vraag

Voltooid deelwoord?
Was haben Mike und Verena über LessonUp _____?(sagen = zeggen)

Slide 28 - Open vraag

Voltooid deelwoord?
Ich habe nichts davon____(merken)

Slide 29 - Open vraag

Voltooid deelwoord?
Wo habt ihr letztes Jahr____(wohnen)

Slide 30 - Open vraag

Voltooid deelwoord?
Die Mannschaft hat gestern viel______(trainieren)

Slide 31 - Open vraag

Voltooid deelwoord?
Ihr habt das Nintendo Spiel ______(kaufen).

Slide 32 - Open vraag

Voltooid deelwoord?
Wo habt ihr letztes Jahr____(machen)

Slide 33 - Open vraag

Voltooid deelwoord?
Früher habe ich viel____(spielen = spelen)

Slide 34 - Open vraag