Hoofdstuk 2, paragraaf 4

Oligopolie
Winstmaximalisatie meerdere aanbieders
1 / 12
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

In deze les zitten 12 slides, met tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Oligopolie
Winstmaximalisatie meerdere aanbieders

Slide 1 - Tekstslide

Oligopolie
  • Bij een oligopolie is er sprake van maar een paar aanbieders. Je moet dus als producent altijd rekening houden met je concurrenten. 
  • Om de winst te maximaliseren, zal er nog steeds gekeken worden naar MO = MK. Echter, omdat er meer aanbieders zijn dan bij een monopolie, zal de prijs lager liggen dan bij een monopolie. 

Slide 2 - Tekstslide

Duopolie
Een bijzondere vorm van oligopolie is wanneer er maar 2 aanbieders zijn; we spreken dan van een duopolie.

Slide 3 - Tekstslide

De residuele vraag
Om de winst te maximaliseren, zal er nog steeds gekeken worden naar MO = MK. 

Echter, voor de bepaling van MO moet er gekeken worden naar de residuele vraag. Dat is de totale marktvraag min de vraag naar het product van de concurrent. Het is dus de vraag die ‘overblijft’ voor jou.

Slide 4 - Tekstslide

Voorbeeld
Stel, in een dorp zitten twee kappers; “De Barbier” en “De Knipsalon”. De totale vraag naar kappersdiensten wordt gegeven door de volgende vraagfunctie: qv = -10p + 500 (per maand)
Kapper “De Barbier” knipt 100 klanten per maand. Dat betekent dat de residuele vraag voor “De Knipsalon” wordt gegeven door: qv = -10p + 500 – 100 = -10p + 400.

Slide 5 - Tekstslide

Maximale winst knipsalon
Qv = -10P + 400 .... MK = 10
Qv-400 = -10P
-1/10Q + 40 = P
-1/10q² + 40Q = TO
MO = -1/5q + 40 ---> MO = MK
-1/5q + 40 = 10
Q = 150 --> Residuele vraag knipsalon


Slide 6 - Tekstslide

Stel dat “De Barbier” 100 klanten knipt en de MK = 10. In dat
geval wordt de residuele vraag voor “De knipsalon”:

Als “De Barbier” 
dus 100 aanbiedt, 
zal het aanbod van 
“De Knipsalon” 
dus 150 zijn.



Slide 7 - Tekstslide

Reactiecurve
Op deze manier kun je een reactiecurve maken: 
Hoeveel zal een producent aanbieden, gegeven het aanbod van de andere producent.

Slide 8 - Tekstslide

Voorbeeld (vervolg)
In het geval van “De Knipsalon”:


Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Video

Slide 12 - Video