A6sp4 Periode 2, Les 16 - GSE (11-01-2022)

Bienvenidos
LESSONUP: 
klascode nxsfe

1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
SpaansMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Bienvenidos
LESSONUP: 
klascode nxsfe

Slide 1 - Tekstslide

Metas / Objetivos (doelen)
Literatuur:
Je leert over enkele toppers uit de Spaanse literatuur en hun literaire context.

Leesvaardigheid: 
Je leert begrijpend lezen bij teksten op uiteenlopende terreinen en je leert werken met verschillende typen vraagstelling en leesstrategieën.

Grammatica en woordenschat: 
Je leert de imperfecto de subjuntivo herkennen in teksten.
Je werkt aan je woordenschat.

Slide 2 - Tekstslide

El programa 
10m - INFO, deberes
5m- VOCABULARIO
40m - LECTURA: oefenen op tijd 
5m - Evaluación, deberes
              

Slide 3 - Tekstslide

Info toetsweek (toets 120 min.)
Voorbereiden:
  • examenteksten oefenen op examenblad.nl

Leren:
  • leesstrategieën (libro de referencia p.43-49) / Syllabus examentraining
  • veelvoorkomende vraagsoorten S-N (libro de referencia p.46, 47, 48, de blauwe gedeeltes) + H10 lenguateca A en C (libro 4, p.76, p.100) / Syllabus examentraining
  • VOC vocabulario temático (examenvocab per thema) S-N 
  • VOC belangrijke (signaal-) woorden en algemene woorden S-N 

Slide 4 - Tekstslide

Los deberes fueron:
Estudiar:
bestudeer/leer de poster ‘antwoordstructuur’ (zie classroom)
vocab: herhaal thematisch vocabulaire p.1-3 S-N

Hacer: 
afmaken opdrachten van vorige les c.q. werken aan examen vwo 2019-1
Glosario: noteer uit iedere tekst minimaal 3 woorden in je glosario




Slide 5 - Tekstslide

het zelfvertrouwen (p.1)
A
el bienestar
B
el dopaje
C
la autoestima
D
la convivencia

Slide 6 - Quizvraag

gezellig zijn (p.1-2)
A
tener verguënza
B
pelearse con
C
ser acogedor
D
caer bien

Slide 7 - Quizvraag

verslechteren (p.2)
A
descargar
B
reprochar
C
mejorar
D
empeorar

Slide 8 - Quizvraag

de traan (p.1-3)
A
el alma
B
el lanzamiento
C
la telebasura
D
la lágrima

Slide 9 - Quizvraag

de aanrijding (p.2)
A
el peatón
B
la pantalla
C
la acera
D
el atropello

Slide 10 - Quizvraag

de file (p.2)
A
el volante
B
el freno
C
las afueras
D
la caravana

Slide 11 - Quizvraag

de muis (p.3)
A
el sudor
B
el enlace
C
el disfraz
D
el ratón

Slide 12 - Quizvraag

zwanger (p.3)
A
embarazada
B
herida
C
devastada
D
enamorada

Slide 13 - Quizvraag

Oefenen op tijd: VWO 2019-1
Tijdsduur examen 150 minuten
= 3 minuten per te behalen punt

We maken nu de teksten  ..... en .....
Je hebt per te behalen punt 3 minuten.
Geen vertaalprogramma's, alleen papieren woordenboek => werk tot de timer gaat. 

n-term 1,2
timer
10:00

Slide 14 - Tekstslide

Oefenen op tijd (examen 2021-1)
  1. Trabajad en grupos de 3 personas. 
  2. Sentados en el lado derecho del aula.
  3. Las preguntas están al lado derecho en el aula, los textos están al lado izquierdo.
  4. Leed la pregunta, una persona corre al texto y busca la respuesta. 
  5. Esta persona vuelve a su grupo y contesta a la pregunta.
  6. Después otra persona hace la próxima pregunta.

El grupo más rápido, con menos errores, gana.

Variación: con/sin diccionario.

Slide 15 - Tekstslide

Los deberes
Voorbereiden voor de toetsweek:
  • examenteksten oefenen op examenblad.nl

Leren:
  • leesstrategieën (libro de referencia p.43-49)
  • veelvoorkomende vraagsoorten S-N (libro de referencia p.46, 47, 48, de blauwe gedeeltes)
  • H10 lenguateca A en C (libro 4, p.76, p.100) 

examenvocabulaire: 
  • VOC vocabulario temático examen (examenvocab per thema) S-N 
  • VOC belangrijke (signaal-) woorden en algemene woorden S-N 



Slide 16 - Tekstslide

5m - Textos con huecos (Gatenteksten)
20-21 de diciembre 2021:
Gatenteksten, Syllabus 2.7 (p.26-27) + Libro de referencia p.47 

Beantwoord de vraag op de volgende slide.

Slide 17 - Tekstslide

Hoe ga je te werk bij een gatentekst?

Slide 18 - Open vraag

werkwijze gatentekst, syll. p.26
  1. Lees de tekst intensief en bepaal per alinea het alineathema.
  2. Noteer de belangrijkste informatie zowel voor als na het gat.
  3. Vertaal de informatie in eigen woorden.
  4. Lees de antwoordopties en bepaal wat ze exact betekenen.
  5. Streep de foutieve antwoordopties weg, let daarbij op 
  • concordantie (geslacht en getal, en werkwoordsvervoeging)
  • verbanden (signaalwoorden).

Slide 19 - Tekstslide