D- toets

Maak de volgende vraag over de lidwoorden.
1 / 46
volgende
Slide 1: Tekstslide
SpaansMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

In deze les zitten 46 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Maak de volgende vraag over de lidwoorden.

Slide 1 - Tekstslide

Paats de zelfstandige naamwoorden bij het juiste lidwoord.
la
los
las
el
foto
instituto
música
casa
deportes
profesor
bolígrafos
mesas
alumno
sillas
carpetas
animal

Slide 2 - Sleepvraag

Maak de volgende vraag over de bijvoeglijke naamwoorden.

Slide 3 - Tekstslide

Sleep het verkeerde woord naar de prullenbak.
2. Mi clase es
1. Mi teléfono móvil es
3. María está
4. Las carpetas son
5. Es una chica
6. El español es
negro /
negra.
grande /
grandes.
contento /
contenta.
rojas /
rojos.
simpática /
simpático.
genial /
genialo.

Slide 4 - Sleepvraag

Maak de volgende vragen over het meervoud

Slide 5 - Tekstslide

Wat is het meervoud van 'ordenador'?
A
ordenadors
B
ordenadores
C
ordenadorres
D
orddenarores

Slide 6 - Quizvraag

Wat is het meervoud van 'español' ?

Slide 7 - Open vraag

Wat is het meervoud van 'libro' ?

Slide 8 - Open vraag

Wat is het meervoud van 'la mochila bonita' ?

Slide 9 - Open vraag

Wat is het meervoud van 'el chico amable' ?

Slide 10 - Open vraag

Wat is het meervoud van 'el profesor genial' ?

Slide 11 - Open vraag

Wat is het meervoud van 'pez'?
A
pezes
B
pezs
C
pece
D
peces

Slide 12 - Quizvraag

Reageer op de volgende vragen. Geef jouw voorkeur. 

Slide 13 - Tekstslide

Reageer op:
¿Cuál es tu deporte favorito?

Slide 14 - Open vraag

Reageer op:
¿Cuál es tu animal favorito?

Slide 15 - Open vraag

Reageer op:
¿Cuál es tu comida favorita?

Slide 16 - Open vraag

Geef antwoord:
¿Te gustan los animales?

Slide 17 - Open vraag

Reageer op de volgende vragen. Geef jouw mening.

Slide 18 - Tekstslide

Vertaal:
Ik vind Spaans fantastisch.

Slide 19 - Open vraag

Vertaal:
Ik vind school leuk.

Slide 20 - Open vraag

Vertaal:
Ik vind klassieke muziek saai.

Slide 21 - Open vraag

Maak de volgende vraag over de persoonlijke voornaamwoorden (yo, tú, etc.) 

Slide 22 - Tekstslide

ik
jij
hij
zij
u
wij
jullie
zij (mv)
u (mv)
vosotros
él
ustedes
yo
ellos
nosotros
ella
usted

Slide 23 - Sleepvraag

YO
ÉL, ELLA, USTED
NOSOTROS, NOSOTRAS
VOSOTROS, VOSOTRAS
ELLOS, ELLAS, USTEDES
ik
jij
María y Pepe
zij (mv)
wij
hij
jullie
zij
mi hermano y yo
u (mv)
Isabel y tú
Juan
señor González

Slide 24 - Sleepvraag

Maak de volgende vragen over de werkwoorden -ar

Slide 25 - Tekstslide

Haz combinaciones correctas
3.  ................ escucho música en mi habitación.
1. ..............hablas con amigos en el salón.
2. ..............camina por el parque.
5. .............................trabajamos en el hotel.
4. ................cantáis muy bien.
6. .........................cantan en la ducha.
Yo
Tú y Carlos
Nosotros
Pedro
Ellos

Slide 26 - Sleepvraag

Haz combinaciones correctas
3.  Yo...................perfectamente el inglés.
1. Tú...............la salsa y el flamenco.
2. Pedro.............música española en su dormitorio.
5. Nosotros..................bien.
4. Carlos y tú .............por el parque.
6. Juan y María .......................en la escuela.
hablo
bailas
escucha
camináis
cantamos
estudian

Slide 27 - Sleepvraag

Completa:

Ellas nunca___________(bailar) el flamenco.

Slide 28 - Open vraag

Completa:

Tú y ella_________________(bailar) bien.

Slide 29 - Open vraag

Completa:

Tú_______________(trabajar) en la escuela.

Slide 30 - Open vraag

Completa:

Yo y Rodrigo _____________(escuchar) música.

Slide 31 - Open vraag

Completa:

Yo______________(chatear) con amigos.

Slide 32 - Open vraag

Completa:

El alumno_______________(hablar) español.

Slide 33 - Open vraag

¿Cómo se dice "praten" en español?
A
trabajar
B
hablar
C
estudiar
D
caminar

Slide 34 - Quizvraag

¿Cómo se dice "studeren" en español?
A
trabajar
B
hablar
C
estudiar
D
caminar

Slide 35 - Quizvraag

¿Cómo se dice "werken" en español?
A
trabajar
B
hablar
C
estudiar
D
caminar

Slide 36 - Quizvraag

¿Cómo se dice "lopen" en español?
A
trabajar
B
hablar
C
estudiar
D
caminar

Slide 37 - Quizvraag

Maak de volgende vraag over de onregelmatige werkwoorden estar, tener & ser

Slide 38 - Tekstslide

Yo ______ (estar) en el instituto.

Slide 39 - Open vraag

Yo ........ de Holanda. (ser)

Slide 40 - Open vraag

Mi amigo Paco ......... simpático. (ser)

Slide 41 - Open vraag

¿Vosotros ............ de Holanda? (ser)

Slide 42 - Open vraag

Yo _________ (tener) catorce años.

Slide 43 - Open vraag

Nosotros________ (estar) de buen humor.

Slide 44 - Open vraag

Vosotros _________ (tener) libros interesantes.

Slide 45 - Open vraag

Einde...

Slide 46 - Tekstslide