Hoofdstuk 2

Hoofdstuk 2 
Vermenigvuldigen en delen met grote getallen en
kommagetallen
1 / 52
volgende
Slide 1: Tekstslide
RekenenPraktijkonderwijsLeerjaar 1

In deze les zitten 52 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Hoofdstuk 2 
Vermenigvuldigen en delen met grote getallen en
kommagetallen

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Video

Keer een tiental
x 10
Er komt een 0 bij
De komma schuift 1 naar rechts
Voorbeeld: 12x10=120
x 100
Er komen 2 '0-en' bij
De komma schuift 2 naar rechts
Voorbeeld: 42x100=4200

Slide 3 - Tekstslide

2   x    10    =
2   x    100  =
2   x    1000 =

Slide 4 - Tekstslide

12x100
A
120
B
12000
C
1200
D
122

Slide 5 - Quizvraag

23x100=

Slide 6 - Open vraag

100x23=

Slide 7 - Open vraag

234x10=

Slide 8 - Open vraag

3,01   x   10   =
3,01   x   100  =
3,01   x   1000 =

Slide 9 - Tekstslide

4,7x100
A
47
B
4,700
C
4700
D
470

Slide 10 - Quizvraag

23,4x10=

Slide 11 - Open vraag

2,34x10=

Slide 12 - Open vraag

2,34x1000=

Slide 13 - Open vraag

Maak nu opdracht 1, 2 en 3

Slide 14 - Tekstslide

Delen door een tiental
: 10
Er verdwijnt een 0 
De komma schuift 1 naar links
Voorbeeld: 120:10=12
: 100
Er verdwijnen2 '0-en' 
De komma schuift 2 naar links
Voorbeeld: 4200x100=42

Slide 15 - Tekstslide

45000   :   10   =
45000   :   100  =
45000   :   1000 =

Slide 16 - Tekstslide

3200:100
A
32
B
320
C
3,20
D
0,032

Slide 17 - Quizvraag

420:10

Slide 18 - Open vraag

45   :   10   =
45   :   100  =
45   :   1000 =

Slide 19 - Tekstslide

32:100=
A
0,32
B
0,032
C
320
D
3200

Slide 20 - Quizvraag

420:100

Slide 21 - Open vraag

420:1000

Slide 22 - Open vraag

Maak nu opdracht 4 en 5

Slide 23 - Tekstslide

20 x 35 =

Slide 24 - Open vraag

40 000 : 4 =
Tip: eerst de nullen wegdenken en ze later bij je antwoord erbij zetten.

Slide 25 - Tekstslide

60.000 : 2 =

Slide 26 - Open vraag

60 000 : 20 =

Slide 27 - Open vraag

Maak nu opdracht 8 en 9

Slide 28 - Tekstslide

In 1 doos zitten 100 bouten.
a) hoeveel bouten heb ik met 3 dozen.
b) en hoeveel met 10 dozen
c) en hoeveel met 40 dozen

Slide 29 - Open vraag

5000 x 2 =?

Slide 30 - Open vraag

0,13 x 1000 =?

Slide 31 - Open vraag

300 x 4 =?

Slide 32 - Open vraag

40 x 90 =?

Slide 33 - Open vraag

De plakbandrolletjes zijn verpakt in dozen van 10 stuks. Ik heb 200 rolletjes. Hoeveel dozen kan ik daarvan vullen?
A
20
B
2
C
19
D
21

Slide 34 - Quizvraag

Een ziekenhuis bestelt 6000 steriele handschoenen. 1 verpakking bestaat uit 6 dozen. In elk doosje zitten 100 handschoenen.
Hoeveel verpakkingen heeft het ziekenhuis?

Slide 35 - Open vraag

Je hebt net uitgerekend hoeveel verpakkingen het ziekenhuis had. In 1 verpakking zitten 6 doosjes. Hoeveel doosjes heeft het ziekenhuis?

Slide 36 - Open vraag

Slide 37 - Link

33,456:100=
A
3345,600
B
33.456
C
0,33456
D
334,56

Slide 38 - Quizvraag

6,86 : 10 =

Slide 39 - Open vraag

9,43 : 100 =

Slide 40 - Open vraag

5,43 : 100 =

Slide 41 - Open vraag

6,35 : 100 =

Slide 42 - Open vraag

even herhalen

Slide 43 - Tekstslide

56 : 6 =

Slide 44 - Open vraag

74 : 9 =

Slide 45 - Open vraag

cijferend keersommen

Slide 46 - Tekstslide

Slide 47 - Video

3 x 78 =

Slide 48 - Open vraag

41 x 86 =

Slide 49 - Open vraag

Maak nu de rest van het hoofdstuk

Slide 50 - Tekstslide

Vond je dit een lastig hoofdstuk?
erg lastig
sommige dingen wel
ja, makkelijk hoofdstuk

Slide 51 - Poll

Slide 52 - Video