herhalen tijdvak 5 t/m 8 4 havo


➤Waarom past de leefwijze ‘Memento Mori’ goed bij de Middeleeuwen?





1 / 19
volgende
Slide 1: Open vraag
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les


➤Waarom past de leefwijze ‘Memento Mori’ goed bij de Middeleeuwen?





Slide 1 - Open vraag


➤ Geef een duidelijke omschrijving van het begrip Renaissance



Slide 2 - Open vraag


➤De Gouden Eeuw was in de 
A
15e eeuw
B
16e eeuw
C
17e eeuw
D
18e eeuw

Slide 3 - Quizvraag


➤Waar of niet waar?

Oorlog en vervolging zorgden ervoor dat grote groepen mensen uit de Republiek wegvluchtten.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 4 - Quizvraag


➤Waar of niet waar?

De VOC ging handel voeren met Zuid-Amerika. 
A
Waar
B
Niet waar

Slide 5 - Quizvraag


Gebruik de bron

➤Welke onderdelen van dit gebouw werden overgenomen door de mensen in de Renaissance overgenomen?








Gebruik de bron 

Slide 6 - Open vraag


Protestantse kerk of Katholieke kerk?

Verering van heiligen
A
Protestantse kerk
B
Katholieke kerk

Slide 7 - Quizvraag


Protestantse kerk of Katholieke kerk?

Sobere handelingen
A
Protestantse kerk
B
Katholieke kerk

Slide 8 - Quizvraag

Welke van de stellingen is juist?

1 Toen Luther zijn stellingen bedacht wilde hij een
nieuwe kerk beginnen.

2 De Paus wilde wel met Luther praten over zijn
ideeën.
A
Alleen 1 is juist
B
Alleen 2 is juist
C
Beide zijn juist
D
Beide zijn onjuist

Slide 9 - Quizvraag


In 1789 riep de Franse koning Lodewijk XVI de Staten-Generaal bij elkaar. Door het absolutisme was dit de eerste keer in 175 jaar. De koning had geld nodig en eiste dat van de drie standen. Deze standen zagen dat echter niet zitten: ze hadden allemaal hun eigen klachten en wilden deze aan de koning duidelijk maken.
→ Noem één klacht van de boeren.

Slide 10 - Open vraag


Na 15 jaar revolutie lijkt er in 1804 niet veel veranderd in Frankrijk. De Fransen hebben voor niets gestreden.
→ Ben jij het eens met deze stelling? Leg je mening duidelijk uit

Slide 11 - Open vraag

Zet de zinnen in de juiste volgorde van tijd. Begin met de gebeurtenis die het langst geleden is.
Een groep burgers maakt bekend dat zij zonder de eerste en tweede stand gaan vergaderen.
De Bastille wordt aangevallen: de Franse Revolutie is begonnen.
De derde stand wil dat ook edelen en geestelijken belasting gaan betalen.
De edelen en de geestelijken stemmen tegen en er verandert dus niets.
De koning roept een vergadering van de drie standen bij elkaar.

Slide 12 - Sleepvraag


Je ziet een Franse spotprent uit 1789. Welke uitspraak over de tekening is waar?
Gebruik de bron
A
De onderste man, die krom loopt, hoort bij de derde stand. De tekenaar wil met deze tekening zeggen dat het goed is om de derde stand hard te laten werken.
B
De onderste man, die krom loopt, hoort bij de derde stand. De tekenaar wil met deze tekening zeggen dat de derde stand wordt uitgebuit door de eerste en de tweede stand.
C
De bovenste twee mensen horen bij de derde stand. De tekenaar wil met deze tekening zeggen dat de derde stand lui is en harder zou moeten werken.
D
De bovenste twee mensen horen bij de derde stand. De tekenaar wil met deze tekening zeggen dat de derde stand bestaat uit verstandige mensen die anderen voor zich laten werken.

Slide 13 - Quizvraag


Dit schilderij, dat de schilder Jan Willem Pieneman in 1813 maakte, is een directe bron. Welk onderschrift past er het best bij? Kies het juiste antwoord.
Gebruik de bron
A
Willem Frederik, de zoon van stadhouder Willem V, komt aan in Scheveningen.
B
Stadhouder Willem V vertrekt naar Engeland. Het gewone volk, bij wie hij erg populair is, zwaait hem uit.
C
Lodewijk Napoleon, die erg populair is bij het volk, gaat een boottochtje maken.
D
Napoleon brengt een bezoek aan ons land. Hij komt aan in Scheveningen en zal per koets naar Amsterdam reizen. Daar zal hij onder andere het stadhuis bezoeken.

Slide 14 - Quizvraag

Rond 1900 waren protestanten en rooms-katholieken in Nederland het vaak met elkaar oneens. Toch gingen beide stromingen op politiek gebied steeds meer met elkaar samenwerken. Noem één politiek doel dat beide stromingen met de samenwerking wilden bereiken.

Slide 15 - Open vraag


Tijdens welke van deze vier periodes werd ons land 
de Bataafse Republiek genoemd?
A
Periode 1: de stadhouder, Willem V, heeft de macht.
B
Periode 2: de patriotten hebben de macht, nadat ze de stadhouder verjaagd hebben.
C
Periode 3: Lodewijk Napoleon is koning van ons land, nadat Napoleon de macht van de patriotten afnam.
D
Periode 4: ons land is bezet door de Fransen, nadat Napoleon zijn broer heeft afgezet. Ons land is een provincie van het Franse Rijk.

Slide 16 - Quizvraag


Gebruik de bron
Op de tekening is op de voorgrond een fabrieksdirecteur te zien met op de achtergrond een aantal arbeiders. De tekenaar komt op voor de arbeiders.


⇒Leg met behulp van twee beeldelementen uit hoe te zien is dat de tekenaar opkomt voor de arbeiders.

Slide 17 - Open vraag

kenmerkende aspecten tijdvak 8
kenmerkende aspecten ander tijdvak
'sociale kwestie'
liberalisme, socialisme, nationalisme
handelskapitalisme
plantagekolonien
emancipatiebewegingen
Industrialisatie

Slide 18 - Sleepvraag

Nationalisme is:
A
Een eigen staat voor je land willen.
B
Een grote liefde hebben voor je eigen volk.
C
Een leger hebben om je eigen volk te verdedigen.
D
Niet zwakker willen zijn dan andere volken.

Slide 19 - Quizvraag