Plinius vraagt raad (zin. 4)
Nec mediocriter haesitavi [...] an ei, qui omnino Christianus fuit, desisse non prosit; nomen ipsum, si flagitiis careat, an flagitia cohaerentia nomini puniantur.
[...] of dat het iemand die ooit christen is geweest niet helpt als hij er afstand van heeft genomen; of de naam op zich, ook als er geen sprake is van misdrijven, of dat misdrijven die met de naam samenhangen worden bestraft.