10.2 en 10.4 (klas 2)

Welkom

Leesvaardigheid
Zins- en alineaverbanden
Nederlands
1 / 28
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 28 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 2 min

Onderdelen in deze les

Welkom

Leesvaardigheid
Zins- en alineaverbanden
Nederlands

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lesprogramma
  • Bespreken huiswerk
  • Uitleg signaalwoorden / zelfstandig verwerken

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen
Aan het eind van deze les...

  • weet je welke tekstverbanden er zijn en welke signaalwoorden daarbij horen.

  • kun je herkennen en uitleggen welke tekstverbanden er in een tekst zitten. 

  • kun je herkennen en uitleggen op welke manieren alinea's met elkaar verbonden worden.

  • kun je een tekst beter begrijpen door te letten op tekstverbanden.

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Alineaverbanden
Schrijvers zorgen voor samenhang binnen alinea's en zinnen, maar ook tussen alinea's. Dat kunnen ze doen op de volgende manieren:

  • Door het gebruik van signaalwoorden.
  • Door herhaling.
  • Door overgangszinnen met een verwijzing.
  • Door aankondigende zinnen.

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Verbindingsmanieren
1. Signaalwoorden
Een signaalwoord staat in het begin van de alinea een geeft de lezer een seintje over het soort verband.
Daarnaast, daarentegen, ook

2. Herhaling
Aan het begin van een nieuwe alinea worden woorden of groepen woorden uit de vorige alinea herhaald. Dat gebeurt soms in dezelfde, maar vaak in andere woorden.
Dit blijkt na een gesprek op het Nuborgh College in Elburg.
De middelbare school is echter niet van plan ...


Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Verbindingsmanieren
3. Overganszinnen met een verwijswoord
Overgangszinnen zijn samenvattende zinnen aan het begin of het eind van een alinea. Ze bevatten een verwijzing naar iets wat eerder is gezegd, vaak in de vorm van verwijswoorden. 
Deze, Hiermee, Die, Zo'n

4. Aankondigende zinnen
Een aankondigende zin staat meestal aan het eind van een alinea en vertelt wat je verderop in de tekst kunt verwachten.
Dit is niet de enige reden die wordt genoemd. Er zijn ook andere meningen.




Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is het verschil tussen verwijswoorden en signaalwoorden?

Slide 7 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Maak 5 zinnen met steeds een signaalwoord uit een andere categorie. Schrijf de categorie erbij.
Opsomming
Oorzaak en gevolg (reden)
Conclusie/samenvatting
Tegenstelling
Voorbeeld
Toelichting
Vergelijking
Voorwaarde
Middel-doel
Laat het checken. Alles goed? Je mag voor jezelf aan de slag.

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welke structuurelementen
kan een tekst hebben?

Slide 9 - Woordweb

Hoofdstuk, paragraaf, alinea, witregels, plaatjes, signaalwoorden
Wat is in de onderstaande zin het signaalwoord?

Ik ga vanmiddag mijn huiswerk maken, hoewel ik er geen zin in heb.

Slide 10 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is in de onderstaande zinnen het signaalwoord?

Het gerecht is lekker. Bovendien is het erg gezond.

Slide 11 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is in de onderstaande zin het signaalwoord?

De gewone vrouw deed een noodoproep via haar telefoon, hierdoor kon ze snel geholpen worden.

Slide 12 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is in de onderstaande zin het signaalwoord?

Kortom, ik geloof niks van wat hij zegt.

Slide 13 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Voorbeeld

Horrorfilm
Die film is heel eng. Hij heeft in Amerika zelfs een R-rating: dat wil zeggen dat iedereen jonger dan achttien jaar niet de bioscoopzaal binnen mag.

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Tekstverbanden

Zorgen ervoor dat

  • woorden,
  • zinnen en 
  • alinea's

met elkaar samenhangen.

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Signaalwoorden

  • Aan een signaalwoord zie je met welk tekstverband je te maken hebt.

  • Daardoor kan je een tekst beter begrijpen

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Signaalwoorden
Woorden die aangeven dat er iets komt, ze geven een signaal aan je.

  • Opsomming
ten eerste, ook, bovendien, daarnaast

  • Oorzaak en gevolg (reden)
zodat, doordat, waardoor, namelijk

  • Conclusie/samenvatting
kortom, daarom, dus, al met al

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Signaalwoorden
  • Tegenstelling
maar, hoewel, toch, echter

  • Voorbeeld
zo, zoals, bijvoorbeeld

  • Toelichting
zo, dat wil zeggen, dat houdt in
  • Vergelijking
    (net) zoals, hetzelfde, dezelfde, in vergelijking met.



Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Signaalwoorden
  • Voorwaarde
mits, als, indien, tenzij

  • Middel-doel
om, door middel van, waarmee

  • Eigenlijk geven signaalwoorden altijd een waarschuwing:
Let op, nu komt er...


Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat voor soort signaalwoord lees je in het onderstaande stukje:
Verslaafd aan je smartphone?
Zet je data en wifi op je telefoon uit. Hierdoor krijg je geen berichten meer binnen.

A
Hierdoor - signaalwoord oorzaak-gevolg
B
Hierdoor - signaalwoord toelichting
C
Hierdoor - signaalwoord van tijd
D
Hierdoor - signaalwoord van plaats

Slide 20 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat voor soort signaalwoord lees je in het onderstaande stukje:
Grote schoonmaak
Opruimen is niet mijn sterkste kant. Rotzooi maken kan ik daarentegen wel goed.

A
Daarentegen- signaalwoord opsomming
B
Daarentegen - signaalwoord toelichting
C
daarentegen - signaalwoord tegenstelling
D
Daarentegen - signaalwoord voorbeeld

Slide 21 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Conclusie
  • Let voor het herkennen van tekstverbanden op signaalwoorden.
     
  • Met behulp van signaalwoorden is het een stuk makkelijker om de tekstverbanden te ontdekken!

  • Leer de verschillende soorten signaalwoorden uit je hoofd!
    (Op de volgende slide vind je een link naar de overzichten.)

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 23 - Link

Deze slide heeft geen instructies

Slide 24 - Link

Deze slide heeft geen instructies

Slide 25 - Link

Deze slide heeft geen instructies

Ik ga de rest van de les...
Opdrachten 17-20 (10.4) maken
Lezen in Test
Signaalwoorden leren
Woordenschat leren
Extra oefenen

Slide 26 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd

Slide 27 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Stel 1 vraag over iets dat je deze les nog niet zo goed hebt begrepen

Slide 28 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies