Opdrachten Leerdoelen 5, 6, 7

Opdrachten Leerdoelen 5, 6, 7

Foto C is een vergroting van foto A.

Waaraan kun je zien dat de factor groter dan 1 is?

1. Het origineel is groter dan het beeld.
2. Het beeld is groter dan het origineel.

Foto C is een vergroting van foto A.

Bereken de factor.

1. 40x48=1920
2. 40:48=0,83
3. 48:40=1,2
4. 48-40=8

Foto B is ook een vergroting van foto A.

Bereken de factor.

1. 40:24=1,67
2. 24:40=0,6
3. 40-24=16
4. 40x24=960

Foto A wordt vergroot met factor 0,3.

Bereken de lengte van de vergroting.

1. 12 cm
2. 40:0,3 = 133,3 cm
3. 40-0,3 = 39,7 cm
4. 40x0,3 = 12 cm

Rechthoek ABCD wordt vergroot met factor 0,8 tot rechthoek KLMN.
Is rechthoek KLMN groter of kleiner dan rechthoek ABCD?

1. groter
2. kleiner

Vierhoek EFGH is een vergroting van vierhoek ABCD.

Is vierhoek EFGH het origineel of het beeld?

1. origineel
2. beeld

Vierhoek EFGH is een vergroting van vierhoek ABCD.

Leg uit dat de factor tussen 0 en 1 ligt.

Vierhoek EFGH is een vergroting van vierhoek ABCD.

Bereken de factor.

Vierhoek EFGH is een vergroting van vierhoek ABCD.

Bereken de lengte van EH.

Driehoek DEF is een vergroting van driehoek ABC.

Bereken DF.

Driehoek DEF is een vergroting van driehoek ABC.

Bereken EF.

De rechter figuur is een vergroting van de linker figuur.

Bereken de factor.

De rechter figuur is een vergroting van de linker figuur.

Bereken de hoogte van de rechter figuur.

De rechter figuur is een vergroting van de linker figuur.

Bereken de diameter van de rechter cirkel.

Bereken de factor van de vergroting van foto A naar foto B.

Bereken de hoogte van
foto B.

Sluit deze les en open 'Test leerdoelen 5, 6 en 7' om te kijken of je deze leerdoelen beheerst. 

Succes!