Goed gebekt deel 2, taak 4

Goed gebekt deel 2, taak 4
Wat betekenen de volgende uitdrukkingen?
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Goed gebekt deel 2, taak 4
Wat betekenen de volgende uitdrukkingen?

Slide 1 - Tekstslide

Het over een andere boeg gooien
A
een andere richting uitgaan
B
over iets anders beginnen
C
het op een andere manier proberen

Slide 2 - Quizvraag

Een ongelikte beer zijn
A
geen partner hebben
B
geen manieren hebben
C
ongewassen zijn

Slide 3 - Quizvraag

Zijn poot stijf houden
A
in het gips zitten
B
heel stil zijn
C
niet toegeven

Slide 4 - Quizvraag

Een kat in de zak kopen
A
een miskoop doen
B
's nachts zaken doen
C
iets ongezien kopen

Slide 5 - Quizvraag

Een appeltje voor de dorst
A
een bedrag/kapitaal voor de oude dag
B
reservevoedsel
C
iets om van te smullen

Slide 6 - Quizvraag

Uitdrukkingen/gezegdes
Vul het juiste werkwoord in

Slide 7 - Tekstslide

Zich uit de naad .....
A
werken
B
zweten
C
leggen

Slide 8 - Quizvraag

Alles op één kaart .....
A
wedden
B
spelen
C
houden
D
zetten

Slide 9 - Quizvraag

Het hoofd boven water .....
A
hebben
B
houden
C
steken

Slide 10 - Quizvraag

Twee linkerhanden .....
A
vasthouden
B
zien
C
hebben

Slide 11 - Quizvraag

Op zijn neus .....
A
kijken
B
zien
C
optrekken
D
leggen

Slide 12 - Quizvraag

Uitdrukkingen met voorzetsels
Vul het juiste voorzetsel in

Slide 13 - Tekstslide

Wij verwijzen ..... uw brief
A
in
B
na
C
aan
D
naar

Slide 14 - Quizvraag

..... je verlies berusten
A
tot
B
in
C
met
D
onder

Slide 15 - Quizvraag

Kun je dat ..... bewijzen staven?
A
met
B
aan
C
tot
D
bij

Slide 16 - Quizvraag

Iets ..... hogerhand beslissen
A
van
B
door
C
tot
D
in

Slide 17 - Quizvraag

In beroep gaan ..... een vonnis
A
voor
B
in
C
tegen
D
met

Slide 18 - Quizvraag