BIJWOORDEN

• Engels
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 3

BIJWOORDEN

…deze woorden vertellen hoe (vaak) 

iets gebeurt…

    BIJWOORDEN    

"We hebben elke maandag Engels van meneer Bouwmeester"

…deze woorden vertellen hoe (vaak) 

iets gebeurt…

    BIJWOORDEN    

"Ik ga nooit naar 

de tandarts"

Welke bijwoorden

ken je al? 

(die aangeven hoevaak 
hoevaak iets gebeurt)

Dit zijn de meest gebruikte bijwoorden (van tijd):

    BIJWOORDEN    

ALWAYS

USUALLY

OFTEN

SOMETIMES

RARELY

NEVER

Dit zijn de meest gebruikte bijwoorden (van tijd):

    BIJWOORDEN    

ALWAYS

USUALLY

OFTEN

SOMETIMES

RARELY

NEVER

Van 

altijd 

naar 

nooit

Dit zijn de meest gebruikte bijwoorden (van tijd):

    BIJWOORDEN    

ALWAYS

USUALLY

OFTEN

SOMETIMES

RARELY

NEVER

He always arrives late for the train.

My friend usually has cool ideas.

It is often cold in Canada.

My mother is sometimes worried about me.

She rarely eats vegan tomato soup.

We have never seen this before.

WAAR STAAT HET BIJWOORD?

Het bijwoord staat bijna altijd VOOR het hoofdwerkwoord.

Angela rarely wears Jeans at a party.

I often visit my grandma in the hospital.

You always make stupid jokes. 

In welke zin staat het bijwoord
op de goed plaats?

1. I eat always hamburgers
2. I always eat hamburgers
3. I eat hamburgers always
4. Always I eat hamburgers

In welke zin staat het bijwoord
op de goed plaats?

1. John never walks in the park.
2. John walks never in the park.
3. Never John walks in the park.
4. John walks in the park never.

Zet het bijwoord op de juiste plaats:

Vince and I go to the cinema. (sometimes)

Zet het bijwoord op de juiste plaats:

She takes the bus to work. (never)

WAAR STAAT HET BIJWOORD?

Het bijwoord staat bijna altijd NA het am/are/is
     (of was/were)

Angela is always talking during the lesson.

I am often late for the train. 

We are rarely sleeping in a hotel during our holiday.

MAAR

In welke zin staat het bijwoord op de goed plaats?

1. I always am drinking coffee
2. I am drinking always coffee
3. I am always drinking coffee
4. I am drinking coffee always

In welke zin staat het bijwoord op de goed plaats?

1. Our teacher is never on time
2. Our teacher never is on time
3. Our teacher is on time never
4. Never is our teacher on time

Zet het bijwoord op de juiste plaats:

We are listening to classical music. (never)

Zet het bijwoord op de juiste plaats:

My brother is travelling alone to work. (rarely)

WAAR STAAT HET BIJWOORD?

Het bijwoord staat bij de 'Present Perfect' (volt.deelwoord)  
NA het have/has

Angela has never seen a white Lion.

I have often missed the bus on Saturday. 

We have rarely flown in an air balloon.

EN:

In welke zin staat het bijwoord
op de juiste plaats?

1. I never have driven on a motor bike
2. Never I have driven on a motor bike
3. I have driven never on a motor bike
4. I have never driven on a motor bike

Zet het bijwoord op de juiste plaats:

I have eaten pizza in Italy. (never)

THE END