In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 45 min
Onderdelen in deze les
Welkom
4 HAVO ECONOMIE || 2021-2022
Slide 1 - Tekstslide
Programma
Vorige les
Lesdoelen
Theorie
Aan de slag
Evaluatie
Slide 2 - Tekstslide
Wat moet er gebeuren met het loon als er sprake is van werkloosheid? (Leerdoel 8)
Slide 3 - Open vraag
Lesdoelen
Aan het einde van de les
7. Uitleggen welke gevolgen arbeidsmarktinstituties zoals cao’s en minimumloon hebben op loon, contracten en vraag en aanbod van arbeid.
8. Verklaren dat er sprake is van beperkte of ongelijke toetreding en prijsregulering op de arbeidsmarkt.
9. Uitleggen wat er gebeurt als het feitelijke loon niet gelijk is aan het evenwichtsloon.
10. Beschrijven waarom de werkelijke situatie op de arbeidsmarkt afwijkt van het theoretische model.
11. Uitleggen wat het verschil is tussen vaste en flexibele arbeidscontracten en wat het gevolg hiervan is voor de positie van werkenden en werkgevers.
12. Uitleggen wat de voor- en nadelen zijn van flexibiliteit op de arbeidsmarkt.
Slide 4 - Tekstslide
Volkomen concurrentie
In een volkomen concurrentie zijn veel vragers en aanbieders. Het is een homogeen product. De prijs is al bepaald door de hoeveelheid aanbieders en hoeveelheid vragers. In mijn eentje naar een andere aanbieder stappen, verandert de prijs niet.
Slide 5 - Tekstslide
De arbeidsmarkt vanuit theorie & in praktijk (doel 9)
Volkomen concurrentie: vraag, aanbod en loon makkelijk aan te passen. Er ontstaat evenwicht. --> marktwerking wordt beperkt door organisaties en vastgelegde afspraken.
Homogeen product
Vrije toetreding: opleidingsniveau vereist
Slide 6 - Tekstslide
Waarom is arbeid niet homogeen?
Slide 7 - Open vraag
Werknemers
Mensen in loondienst
CAO (collectieve arbeidsovereenkomst)
Vakbonden (als werknemer kan je lid worden).
Per bedrijfstak
Vast contract
Verplicht verzekerd tegen arbeidsongeschiktheid en werkloosheid.
Pensioenregeling
Flexibel
Slide 8 - Tekstslide
Hoe kan je invloed hebben op de CAO?
Vakbond
Een vakbond komt op voor jouw belangen op het gebied van werk en inkomen
Je betaalt hiervoor een maandelijkse/jaarlijkse premie
De organisatiegraad geeft aan hoeveel % er lid is van een vakbond
Slide 9 - Tekstslide
Noem een voorbeeld van flexibel werk.
Slide 10 - Open vraag
Waarom worden werknemers die geen lid zijn van de vakbond meelifters genoemd?
Slide 11 - Open vraag
Leg uit waarom de flexibele arbeidsmarkt meer past bij de marktvorm volkomen concurrentie.
Slide 12 - Open vraag
Voordelen flexibele markt:
Werkgevers kunnen makkelijker de juiste mensen op de juiste plek krijgen.
Prikkels: Werkenden zullen beter presteren als ze beter beloond worden.
Nadelen flexibele markt:
Werkgevers zullen minder snel investeren in hun werknemers --> geen toekomst.
Veel kosten aan nieuwe werving, selectie en opleiding.
Zelfstandigen niet verplicht verzekerd tegen werkloosheid --> kan slecht zijn voor de economie.
Slide 13 - Tekstslide
Wat is het gevolg van het feit dat zelfstandigen geen werkloosheidsverzekering hebben?
Slide 14 - Open vraag
Aan het werk
4.12 t/m 4.17
Klaar? Nakijken -> Verder werken
Slide 15 - Tekstslide
Noem een voordeel van flexibel werk.
Slide 16 - Tekstslide
Noem een nadeel van flexibel werk.
Slide 17 - Tekstslide
Kun je beschrijven waarom de arbeidsmarkt in theorie hoort bij de marktvorm volkomen concurrentie, maar in praktijk afwijkt.