De opkomst van de islam

5.4: De opkomst van de islam
1 / 36
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo t, havoLeerjaar 1

In deze les zitten 36 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

5.4: De opkomst van de islam

Slide 1 - Tekstslide

Deze les:
  • Herhaling
  • Bespreken tijdsvolgorde
  • bespreken methode opdrachten
  • uitleg: Primaire en Secundaire bronnen.
  • vervolg paragraaf 4.4
  • aan de slag met opdrachten.

Slide 2 - Tekstslide

Wat weet je nog van de vorige les?

Slide 3 - Woordweb

Moeilijke woorden 5.4?

Slide 4 - Woordweb

In de tijd van monniken en ridders was er een.....
A
Landbouwsamenleving
B
Landbouw-stedelijke samenleving
C
Stedelijke samenleving

Slide 5 - Quizvraag

De koning stuurde soldaten met de missionarissen mee. Waarom deed hij dat?

Slide 6 - Open vraag

Wat voor belang had de koning om soldaten mee te sturen?

Slide 7 - Open vraag

Wie is de leenheer?
A
Keizer
B
Graaf
C
ridder
D
horige

Slide 8 - Quizvraag

In ruil voor grond moest de leenman.....
A
Grond uitlenen aan achterleenmannen
B
Zorgen dat de leenheer horige boeren kreeg
C
Trouw zweren aan de leenheer en helpen met oorlog
D
Vechten met Vikingen

Slide 9 - Quizvraag

Waardoor gingen de leenmannen de grond steeds meer als eigendom beschouwen

Slide 10 - Open vraag

Waarom kozen vrije boeren ervoor om horige te worden?

Slide 11 - Open vraag

Horigen moesten herendiensten verrichten. Wat zijn herendiensten?

Slide 12 - Open vraag

Naast herendiensten had de horige boer nog een verplichting. Welke?

Slide 13 - Open vraag

Aan het einde van deze les:
In deze paragraaf leer je hoe de islam ontstond.
In deze paragraaf leer je hoe het Arabische rijk ontstond.
In deze paragraaf leer je hoe de cultuur en de samenleving in de Arabische wereld zich ontwikkelden.
In deze paragraaf leer je hoe de Arabische wetenschap en kunst zich ontwikkelden.

Slide 14 - Tekstslide

Noem drie dingen die je nog niet zo goed begrepen hebt.

Slide 15 - Open vraag

In de goede tijdsvolgorde zetten

Slide 16 - Tekstslide

Tijdlijn:
  1. Mohammed krijgt zijn eerste goddelijke openbaring (610)
  2. Mohammed begint als profeet in Mekka.
  3. Mohammed verhuist met zijn volgelingen naar Medina (622)
  4. Mohammed wordt in Medina de politiek en geestelijk leider van een Islamitische staat.
  5. Meer Arabische stammen aanvaarden het gezag van Mohammed.
  6. Mekka geeft zich over aan Mohammed (630)
  7. Mohammed maak van de Kaäba het belangrijkste heiligdom van de islam.
  8. Mohammed sterft (630)
  9. De boodschappen van Mohammed werden opgeschreven in de Koran.

Slide 17 - Tekstslide

Ontstaan van de islam
In Arabië stichtte de profeet Mohammed in het begin van de 7e eeuw een nieuwe monotheïstische godsdienst: de islam.

De aanhangers van de islam worden moslims genoemd. Ze komen samen in een moskee.
De boodschappen die Mohammed van Allah zou hebben gekregen, werden later opgeschreven in de Koran.


Slide 18 - Tekstslide

Ontstaan van de islam
In Medina stichtte Mohammed in 622 een islamitische staat waarvan hij politiek en geestelijk leider was.

Het begin van deze islamitische staat is ook het begin van de islamitische jaartelling: jaartelling die begint in 622.

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

Veroveringen
Na Mohammeds dood breidden kaliefen het kalifaat uit door veroveringen. Soms werd een veroveringsoorlog een jihad genoemd.

Door de veroveringen ontstond een Arabisch wereldrijk dat zich in 750 uitstrekte van Portugal tot India.

Slide 21 - Tekstslide

Cultuur en samenleving
In het Arabische rijk ontstond een Arabische beschaving met het Arabische schrift, het Arabisch als hoofdtaal en de islam als staatsgodsdienst.

Er was een landbouwstedelijke samenleving.
Moslims waren meestal tolerant tegenover joden en christenen.
Vanaf 756 viel het Arabische rijk uiteen. De gebieden van het rijk noemen we vanaf dan samen de Arabische wereld: gebied met Arabische cultuur.


Slide 22 - Tekstslide

Cultuur en samenleving
  • Handel met de gebieden rond de Middellandse Zee.
  • Tolerantie tegen joden en christenen, ze moeten wel extra belasting betalen.
  • Onderdanen die in meerdere goden geloofden, moesten moslim worden.
Tolerantie=verdraagzaamheid in dit geval

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Kaart

Slide 25 - Tekstslide

Wetenschap en kunst
  • Arabische wereld: vertalen van teksten de oude Grieken naar het Arabisch. (kennis van de oudheid blijft zo bewaard)
  • Islamitische bouwkunst op hoog niveau

Slide 26 - Tekstslide

Bronnen

Slide 27 - Tekstslide

Slide 28 - Tekstslide

Slide 29 - Tekstslide

Slide 30 - Tekstslide

Vaardigheid  primaire en secundaire bronnen.
primaire bron: een bron die gemaakt is in de tijd waarover het informatie geeft. (uit de tijd zelf)

Secundaire bron: een bron die gemaakt is na de tijd waarover het informatie geeft (de bron is dus later gemaakt). Bijvoorbeeld een geschiedenisboek die over vroeger schrijft.

Slide 31 - Tekstslide

Is deze afbeelding een primaire of een secundaire bron, leg je antwoord uit.

Slide 32 - Open vraag

Is deze afbeelding een primaire of een secundaire bron, leg je antwoord uit.

Slide 33 - Open vraag

Leg uit waarom wij dankzij de Arabische wereld zoveel over de oude Grieken weten.

Slide 34 - Open vraag

Waaruit bleek dat de islam in die tijd tolerant was
A
Iemand die in meer goden geloofde moest zich bekeren tot de islam
B
Joden en christenen mochten hun eigen geloof houden
C
Joden en christenen moesten meer belasting betalen.
D
Joden en christenen werden opgepakt.

Slide 35 - Quizvraag

Huiswerk
4.4 Digitaal maken.

Werkt het digitaal niet, dan mag je het bij hoge uitzondering in je boek maken.
Foto huiswerk sturen naar je geschiedenisdocent via mail magister.

Slide 36 - Tekstslide