Lezen klas 7e/7g

• Nederlands
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 1

We gaan nu 10 minuten lezen

VANDAAG

- Lees- en luisterstrategieën (blz. 10)

LESDOELEN

- Je past je manier van lezen en luisteren aan je lees- of luisterdoel.

Doel?

                                             - Waarover gaat de tekst (onderwerp)?

                       - Hoofdzaken van een tekst?

 - Tekst begrijpen?

            - Bruikbare informatie?

Strategieën

         - Oriënterend

- Globaal

- Precies

   - Zoekend

Oriënterend

       - Titel

                          - Afbeeldingen

                          - Tussenkopjes

                - 1e alinea

Globaal

       - Eerste & laatste alinea.

                                       - Eerste zinnen & slotzinnen elke alinea.

                        

Precies

      - Tekst helemaal lezen

- Moeilijke woorden

                       - Onderwerp+ hoofdgedachte

Zoekend

- Opvallende lay-out (indeling): anders gedrukte woorden (cursief, vet) en opvallende tekens.

Huiswerk

Lees de theorie op blz. 10 (het groene blok) van je lesboek              Nederlands cursus meer dan lezen en maak opdracht 1 en 2 op blz. 11 en opdracht 6 op blz. 14.

We gaan nu 10 minuten lezen

VANDAAG

- Vorige les+ huiswerk

        - Onderwerp & hoofdgedachte (blz.18)

      - Tekstdoelen & tekstsoorten (blz. 24 en 122)

LESDOELEN

- Je bepaalt het onderwerp & hoofdgedachte van een tekst.

- Je bepaalt het doel van een tekst (amuseren, informeren, instrueren, overtuigen of activeren.

- Je weet welke kenmerken belangrijk zijn  voor de lay-out van een folder.

Huiswerk

Nakijken

Onderwerp & hoofdgedachte

Onderwerp 

- Wat is het onderwerp van een tekst?

           - Hoe vind je het onderwerp van een tekst?

      

Wat is het onderwerp?

             - Datgene waar de tekst over gaat.

                                  - Je kunt in één of een paar woorden zeggen.

Hoe vind je een onderwerp?

- Lees de tekst oriënterend (=titel, afbeelding etc.).

             - Geef antwoord op de vraag: waarover gaat deze tekst?

Hoofdgedachte?

      - Wat is de hoofdgedachte van een tekst?

                 - Hoe vind je de hoofdgedachte van een tekst?

Wat is de hoofdgedachte van een tekst?

- Belangrijkste in één zin samengevat waar de tekst over gaat.

Hoe vind je de hoofdgedachte?

- Lees de tekst precies.

- Kijk aan het begin en eind van de tekst of de hoofdgedachte letterlijk staat. Zo niet:

- Geef antwoord op de vraag: wat is het belangrijkste wat over het onderwerp gezegd wordt?

Aan de slag

Maak opdracht 1, opdracht 3 onderdelen 1, 2 en 4, opdracht 7 en opdracht 9 (blz. 18 t/m 22)

Huiswerk 27 februari

- Neem je leesboek mee!!!!

- Neem je lesboek Nederlands en je schrift waarin je de opdrachten maakt uit het lesboek mee.

- Lees de theorie op blz. 18 (het groene blok) van je lesboek Nederlands cursus meer dan lezen en maak blz. 18 opdracht 1, blz. 19 opdracht 3 onderdelen 1, 2 en 4, blz. 20 opdracht 7 en blz. 22 opdracht 9.

We gaan nu 10 minuten lezen

VANDAAG

- Vorige les+ huiswerk

      - Tekstdoelen & tekstsoorten (blz. 24 en 122)

LESDOELEN

- Je bepaalt het doel van een tekst (amuseren, informeren, instrueren, overtuigen of activeren.

- Je weet welke kenmerken belangrijk zijn  voor de lay-out van een folder.

Vorige les

Huiswerk

Tekstdoelen & tekstsoorten

Tekstdoelen & tekstsoorten

- Wat wil de schrijver bereiken?

- Met welke tekstsoort heb je te maken?

Amuseren?

Amuseren

Doel: vermaken

Tekstsoort:  vb. verhaal, mop, strip

Informeren?

Informeren

Doel: iets te weten komen

Tekstsoort:  vb. artikel, studieboek, verslag

Instrueren?

Instrueren

Doel: leren hoe iets te doen

Tekstsoort: vb. bijsluiter medicijn, spelregels

Overtuigen?

Overtuigen

Doel: mening overnemen

Tekstsoort: vb. betoog (tekst waarin je je mening geeft), recensie, ingezonden brief

Activeren?

Activeren

Doel: iets wel (of niet) doen

Tekstsoort: folder (goede folder valt op door de vorm, lay-out: lettertype, kleuren, verdeling pagina, gebruik van beeld).

afbeeldingen  folder verschillende functies: extra info, bepaald gevoel oproepen bij lezer, aandacht trekken, tekst verduidelijken.

Aan de slag

Maak blz. 24 opdracht 1 en 3, blz. 26 opdracht 4 en 8 en blz. 123 opdracht 3.

Huiswerk 5 maart

- Neem deze les je leesboek mee!!!!

- Neem je lesboek Nederlands en je schrift waarin je de opdrachten uit het lesboek

  maakt mee.

- Lees de theorie op blz. 24 (het groene blok) van je lesboek Nederlands cursus meer dan lezen en maak blz. 24 opdracht 1 en 3, blz. 26 opdracht 4 en 8. 

- Lees de theorie op blz. 122 (het groene blok) van je lesboek Nederlands cursus meer dan lezen en maak blz. 123 opdracht 3.

We gaan nu 10 minuten lezen

VANDAAG

1. Lezen in je boek

2. Nakijken HW 

      3. Oefenopdracht: Tekstdoelen en tekstsoorten maken

LESDOELEN

Aan het einde van de les

...weet je welk tekstdoel een tekst kan hebben:

amuseren-activeren-overtuigen-informeren-instructies geven

...ken je het verschil tussen tekstdoel en tekstsoort

...ben je in staat zelf het tekstdoel en de tekstsoort van enkele teksten te bepalen

Maar eerst even opfrissen

Wat is het doel van dit bord?

1. Overhalen/activeren
2. Amuseren
3. Informeren
4. Instrueren

Wat is het doel van dit filmpje?

1. Overhalen/activeren
2. Amuseren
3. Informeren
4. Instrueren

Huiswerk nakijken

Aan de slag

Oefenopdracht: Tekstdoelen en tekstsoorten maken

Nakijken

Oefenopdracht: Tekstdoelen en tekstsoorten 

Huiswerk 12 maart

- Neem deze les je leesboek mee!!!!

- Neem je lesboek Nederlands en je schrift waarin je de opdrachten uit het lesboek

  maakt mee.

- Afmaken oefenopdracht (als je het nog niet af hebt: Tekstdoelen en tekstsoorten

.