de ontkenning
1 / 10
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Video
Maak de zin ontkennend:
Nous parlons anglais.
Nous parlons anglais.
Slide 3 - Open vraag
Maak de zin ontkennend:
Tu habites à La Haye?
Tu habites à La Haye?
Slide 4 - Open vraag
Maak de zin ontkennend:
C'est bizarre.
C'est bizarre.
Slide 5 - Open vraag
Maak de zin ontkennend:
J'achète le parfum.
J'achète le parfum.
Slide 6 - Open vraag
Wat is de ontkenning van:
il y a (= er is, er zijn)
il y a (= er is, er zijn)
A
Il y n'a pas
B
Il n'y a pas
C
Il y a ne pas
D
Il y a kan niet ontkennend worden gemaakt
Slide 7 - Quizvraag
Geef antwoord op de vraag. Gebruik de ontkenning.
Tu aimes la pizza? Non, je ...
Tu aimes la pizza? Non, je ...
Slide 8 - Open vraag
Geef antwoord op de vraag. Gebruik de ontkenning.
Vous avez faim? Non, nous ...
Vous avez faim? Non, nous ...
Slide 9 - Open vraag
Geef antwoord op de vraag. Gebruik de ontkenning.
Ils aiment le kebab? Non, ils...
Non,
Ils aiment le kebab? Non, ils...
Non,
