In deze les zitten 15 slides, met interactieve quiz en tekstslides.
Lesduur is: 20 min
Onderdelen in deze les
Welkom
Thema: Helden D
Les 2 van 6: vragen stellen
Nederlands
Wat heb je nodig?
Leesboek
Laptop
Lesboek, schrift + pen
timer
2:30
Slide 1 - Tekstslide
Stil lezen
Inleverdatum: fictie opdracht 23 juni 2023
timer
10:00
Slide 2 - Tekstslide
Les 2 van 6
Thema D: Helden
Slide 3 - Tekstslide
Leerdoel
*Je leert open en gesloten vragen herkennen in interviews.
Slide 4 - Tekstslide
Theorie: open en gesloten vragen
In een interview stelt de interviewer vragen om aan informatie te komen. Een interviewer kan open of gesloten vragen stellen.
Slide 5 - Tekstslide
Theorie: gesloten vragen
Op een geslotenvraag is maar één antwoord mogelijk, vaak (maar niet altijd) is dat ja of nee. Voorbeelden van gesloten vragen zijn: Vind je je beroep leuk? Heb je wel eens iets spannends meegemaakt? Hoe oud ben je?
Slide 6 - Tekstslide
Theorie: open vragen
Als je open vragen stelt, krijg je vaak een uitgebreider antwoord. Open vragen beginnen vaak met ‘hoe’, ‘waarom’ of ‘wat’. Bijvoorbeeld: Hoe wist u wat u moest doen? Waarom zit je op rugby? Wat vindt u van de nieuwe iPhone?
Slide 7 - Tekstslide
apps.noordhoff.nl
Slide 8 - Link
Je bekijkt de volgende afbeelding
Wie wordt er geïnterviewd?
Waarover gaat het interview?
Slide 9 - Tekstslide
Slide 10 - Tekstslide
Aan de slag ...
1. Je werkt online of in je boek.
2. Je maakt opdracht 1.
TH: $2 'Ik ga erop af'- fictie - blz. 178
BK: $2 'Je bent mijn held' - fictie - blz. 176
KGT: $2 - 'De held van het verhaal'- fictie - blz. 176
Je maakt opdracht 1 t/m 4.
timer
5:00
Slide 11 - Tekstslide
Fragment bij vraag 2.
Video 1 - Zefanja Engbert krijgt een lintje
Het lintje: soort medaille die je namens de koning van de burgemeester krijgt voor een bijzondere prestatie.
Slide 12 - Tekstslide
apps.noordhoff.nl
Slide 13 - Link
Je maakt opdracht 2
Je werkt online of in je boek.
Thema D Helden, $2$3 Vragen stellen.
TH: $2 blz. 183
Spelling 7: $ 7 Mixopdrachten
timer
20:00
Slide 14 - Tekstslide
Wie moet volgens jouw een lintje krijgen. Leg je antwoord uit.