In deze les zitten 15 slides, met interactieve quiz en tekstslides.
Lesduur is: 50 min
Onderdelen in deze les
Een goede inleiding schrijven
Slide 1 - Tekstslide
Na de les
Weet je op welke manieren jij een goede inleiding kan schrijven.
Kun je een inleiding schrijven waarin je aandacht van de lezer trekt en het onderwerp introduceert.
Heb jij jouw inleiding geschreven
Slide 2 - Tekstslide
Functie inleiding
Vertelt op een interessante en boeiende manier wat het onderwerp van een tekst is.
Slide 3 - Tekstslide
Maar hoe maak je een inleiding interessant om te lezen?
Slide 4 - Tekstslide
In de inleiding:
Leg jij uit wat jouw onderwerp is van jouw tekst .
Je schrijft dit niet zo op:
'DIT IS HET ONDERWERP WAAR IK HET OVER GA HEBBEN.'
--> Dit kan op een andere manier: HOE? --> (zie volgende slide)
Slide 5 - Tekstslide
Hoe kan je beginnen in jouw inleiding?
Inhaken op de actualiteit
Prikkelen met een opvallende uitspraak
Beginnen met een historische achtergrond
Een anekdote
Vragen stellen
In de inleiding trek je de aandacht van de lezer zodat deze verder wil lezen. Je vertelt wat het onderwerp is. Zorg dat wat je schrijft relevant is.
Slide 6 - Tekstslide
Voorbeeld 1
Inhaken op de actualiteit.
De omgeving waarin de consument winkelt, is van grote invloed op zijn koopgedrag. Het traditionele distributiekanaal voor de retailmarkt verandert steeds meer van eenvoudig ingerichte winkels naar moderne ‘interactieve’ theaters.
Slide 7 - Tekstslide
Voorbeeld 2
Prikkelen met een opvallende uitspraak.
Winkels, hoelang bestaan ze nog? Veel gemeenten hebben de traditionele koopavond al lang afgeschaft. Veel winkelstraten worden ontsierd door leegstand. De consument kiest voor gemak en doet boodschappen vooral thuis. Vandaag besteld, morgen bezorgd.
Slide 8 - Tekstslide
Voorbeeld 3
Beginnen met een historische achtergrond.
In een gemiddeld dorp in de jaren 60 vond je nog een bakker, slager, kruidenier, schilder en fietsenmaker. Dat beeld is ingrijpend veranderd. De ondernemers hebben hun zaak gesloten bij gebrek aan klandizie.
Slide 9 - Tekstslide
Voorbeeld 4
EEN ANEKDOTE
Mevrouw van Veen wilde onlangs een nieuwe spijkerbroek kopen bij de winkel bij haar op de hoek. Nadat ze gestruikeld was over een kinderwagen, haar gehoorapparaat begon te piepen van de luide muziek en de verkoopster haar al kauwgomkauwend te woord stond, ging ze zonder broek weer huiswaarts. Haar nieuwe spijkerbroek komt van Zalando.
Slide 10 - Tekstslide
Voorbeeld 5:
Vragen stellen.
Wat vindt de gemiddelde Nederlander van de èchte winkels? Doen ze hun boodschappen daar nog wel? Welke invloed heeft het online gemak op het koopgedrag van onze landgenoten? Tijd om op zoek te gaan naar antwoorden.
Slide 11 - Tekstslide
Lees de tekst:
Lees de tekst
Slide 12 - Tekstslide
Waaraan zie je dat dit de inleiding van de tekst is? Er zijn twee goede antwoorden.
A
Het stukje tekst bestaat uit vier zinnen.
B
Er staat waar het over gaat: Je bed opmaken is ongezond.
C
Je weet nu alles over huisstofmijten.
D
Je wil nu weten waarom je bed opmaken ongezond is.
Slide 13 - Quizvraag
Weet jij nu:
Op welke manieren jij een goede inleiding kan schrijven.
Kan je een inleiding schrijven waarin je aandacht van de lezer trekt en het onderwerp introduceert.
Slide 14 - Tekstslide
Aan de slag
Ga naar de Classroom.
Je gaat je inleiding schrijven. Dit doe je met het onderwerp wat je in opdracht 1 hebt gekozen.
Aan het eind van de les moet je het hebben ingeleverd.