In deze les zitten 12 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Woordenschat:
Je begrijpt de betekenis van verschillende woorden en woorden uit diverse teksten (huiswerk).
Taalbeschouwing:
Je leert het verschil tussen een homoniem en homofoon. Je maakt kennis met het begrip verhaspeling.
een woord met twee betekenissen
- sla
- schop
- schotel
Een woord dat hetzelfde klinkt, maar dat je anders schrijft en dat iets anders betekent.
hard - hart
dauw - douw
Learnbeat 1.4 Over taal:
B Taalbeschouwing.
Lees voordat je begint, eerst de uitleg aandachtig door.
Klaar?
Nieuwsbegrip - woordenschat