In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.
Woordenschat:
Je begrijpt de betekenis van verschillende schooltaalwoorden en moeilijke woorden. (zelfstandig)
Taalbeschouwing:
Blok 1 : Je leert het verschil tussen een homoniem en homofoon.
Blok 1 : Je maakt kennis met het begrip verhaspeling.
Blok 2 : Je leert nieuwe voor- en achtervoegsels.
een woord met meerdere betekenissen
bal -> feest, rond voorwerp
blik -> dun metaal, oogopslag
was -> wasgoed, vetachtige
stof
Een woord dat hetzelfde klinkt, maar dat je anders schrijft en dat iets anders betekent.
hard - hart
lijden - leiden