10.1 De was verzorgen

Wat hebben wij vorige week behandeld?
1 / 12
volgende
Slide 1: Woordweb
FDPraktijkonderwijsLeerjaar 4

In deze les zitten 12 slides, met interactieve quiz en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Wat hebben wij vorige week behandeld?

Slide 1 - Woordweb

Bloemen verzorgen
De algemene regel is dat een bos een week mooi moet blijven.

We noemen deze bloemen ook wel snijbloemen, omdat ze afgesneden of geplukt zijn.
Snijbloemen moeten daarom zo snel mogelijk in water gezet worden.
Doe je dit niet, dan drogen ze uit.


Slide 2 - Tekstslide

Bloemen in een vaas zetten 
  • Als je bloemen in een vaas zet, gelden een paar regels:
  • Snijd de steel altijd schuin af met een scherp mesje.
  • Haal beschadigde bladeren en bloemen weg.
  • Zorg dat er geen bladeren in het water komen.
  • Zet de bloemen niet te dicht op elkaar, want dan kan er schimmel ontstaan.

Slide 3 - Tekstslide

Tips 
Zet een vaas met bloemen niet op de tocht.
Bloemen die te weinig water hebben, zullen uitvallen of uitdrogen.
Zie je een boeket waarvan enkele bloemen lelijk geworden zijn?
Neem een kleinere vaas en vul die met schoon water.
Haal de bloemen die nog goed zijn uit de ene vaas.
Zet ze mooi bij elkaar in de nieuwe vaas.


Slide 4 - Tekstslide

10.1 De was verzorgen 
In een instelling voor ouderenzorg of gehandicaptenzorg krijgen de bewoners hulp bij het doen van de was.


De woonhulp kan daar ook bij ondersteunen.

Slide 5 - Tekstslide

10.1 De was verzorgen 

  • Het kan zijn dat er verschillende waszakken of wasmanden zijn voor het vuile wasgoed. Bijvoorbeeld: witte mand voor witte was. 
  • Vuile was wordt in een mand of zak bewaard die goed kan ventileren. Anders kan het wasgoed vies gaan ruiken.
  • Natte spullen eerst laten drogen voordat je ze in de mand doet. Anders krijg je schimmels.  



Slide 6 - Tekstslide

De was sorteren 
  • Dezelfde kleuren bij elkaar. Bijvoorbeeld kleur bij kleur, let op kleurecht 
  • Dezelfde materialen bij elkaar. Bijvoorbeeld katoen bij katoen. Materiaal dat snel kapot kan gaan, zoals wol, apart wassen. 
  • Op de kledinglabel staan wassymbolen die laten zien hoe je het moet wassen 

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Opdracht kledinglabel 
De docent deelt de opdracht uit. 


timer
5:00

Slide 9 - Tekstslide

Hoeveel graden?
  • Witte was/ kook was : tussen de 60 en 90 graden
  •  kleurecht wasgoed: 40 graden (lichte en donkere bont  apart)
  • Fijne was: 30 graden (linnen, zijde, wol)

Slide 10 - Tekstslide

Let op:
Als de was heel vuil is moet je dit melden bij jouw leidinggevende, bijvoorbeeld bloedvlekken, ontlasting, etc. 
Denk aan besmet wasgoed, bijvoorbeeld van kanker patiënten. 

Werk met handschoenen en was je handen goed nadat je de was hebt verzameld. 

Slide 11 - Tekstslide

Aan de slag!
www.woonhulponline.nl

Maken: t/m module 9 
Planten en dieren 

Slide 12 - Tekstslide