les 13

Heute
-Huiswerk bespreken
Lesen Aufgabe 13, Seite 60,61
timer
1:00
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
DuitsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Heute
-Huiswerk bespreken
Lesen Aufgabe 13, Seite 60,61
timer
1:00

Slide 1 - Tekstslide

Sterke ww in het Duits.
In de tegenwoordige tijd (t.t) verandert de klinker ook mee. Dit gebeurd alleen bij de sterke werkwoorden met een e of een a in de stam. Deze klinkers veranderen in het volgende:

Slide 2 - Tekstslide

Sterke ww in het Duits.
Er zijn 3 opties:
a verandert in ä
en de letter e heeft twee opties: i of ie

Slide 3 - Tekstslide

Sterke ww in het Duits.
Wanneer i of ie?
De letter e verandert in een i bij een korte klank (korte optie)
Bij een lange klank verandert de e in een ie (lange optie)


Slide 4 - Tekstslide

Waar komt deze verandering?
Alleen bij de personen: du, er, sie en es. Alle andere gaan gewoon via (fe)esttenten

Slide 5 - Tekstslide

Verbind de klank met de juiste klinker.
Lange eee klank
klank e
korte è klank
klinker: 
ä
Klinker: 
i
Klinker: ie

Slide 6 - Sleepvraag

Uitzonderingen

Slide 7 - Tekstslide

Bij welke persoonlijke voornaamwoorden veranderd de klinker?

Slide 8 - Open vraag

Bij welke werkwoorden veranderd de klinker niet? Noem er minimaal 3.

Slide 9 - Open vraag

Das Verb: helfen (korte-klank) krijgt een klinkerwisseling e - i. Richtig oder falsch?

Slide 10 - Open vraag

Toepassen d.m.v meerkeuze
Nu ga je meerkeuze vragen beantwoorden. 
Kies de juiste vervoeging voor het gat in de zin. 

Slide 11 - Tekstslide

Ich __________ (fahren) nach Deutschland.
A
fähre
B
fahre
C
fährest
D
fahrest

Slide 12 - Quizvraag

Er _________ (sehen) gerne fern.
A
sieht
B
siehst
C
siht
D
sehst

Slide 13 - Quizvraag

___________ (sprechen) du auch Deutsch?
A
Sprechst
B
Spriechst
C
Sprichst
D
Spriecht

Slide 14 - Quizvraag

Meine Mama _______ (stehen) hinter dem Baum.
A
stiht
B
stieht
C
steht
D
stehst

Slide 15 - Quizvraag

Sie (ev.) _________ (treten) gegen den Ball.
A
trett
B
trittet
C
trittst
D
tritt

Slide 16 - Quizvraag

WL lernen

Slide 17 - Tekstslide