Vragers en aanbieders hoofdstuk 5

Vragers en aanbieders hoofdstuk 5
Externe effecten
Prijselasticiteit van de vraag
1 / 28
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4,5

In deze les zitten 28 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 40 min

Onderdelen in deze les

Vragers en aanbieders hoofdstuk 5
Externe effecten
Prijselasticiteit van de vraag

Slide 1 - Tekstslide

Externe effecten
Autorijden leidt ook tot:

ongelukken
files
CO-2 uitstoot
Dit leidt tot maatschappelijke kosten.  Deze kosten zijn niet verwerkt in de prijs van een auto

Slide 2 - Tekstslide

Negatieve externe effecten
Negatieve bijeffecten van consumptie of productie
die de welvaart van anderen verlagen
Niet in de prijs opgenomen

Slide 3 - Tekstslide

Negatieve externe effecten roken
  • Roken leidt tot ziektes als longkanker
  • Dit moet behandeld worden in ziekenhuis
  • Zorgkosten stijgen voor alle Nederlanders
  • Zit niet in prijs van een sigaret

Slide 4 - Tekstslide

Maatregel tegen deze externe effecten
Prijs verhogen --> accijns op sigaretten, suikerbelasting

Als prijs stijgt dan daalt de vraag
Maar hoe sterkt reageert de vraag?

Campagnes op televisie



Slide 5 - Tekstslide

Lezen en maken
Bladzijde 70 
Maken 5.1

Huiswerk 5.2 en 5.3 
timer
5:00

Slide 6 - Tekstslide

Is de automobilist gevoelig voor prijsverandering benzine
Prijs van benzine stijgt met 10 %
Vraag daalt met 2 %
Vraag reageert niet sterk 
Want 2 % is minder dan 10 %
Niet elastisch zeggen we
Inelastisch

Slide 7 - Tekstslide

Prijselasticiteit van de vraag 
De mate waarin de vraag reageert op een prijsverandering

Slide 8 - Tekstslide

Prijselasticiteit van de vraag
Prijs van benzine stijgt met 10 %
Vraag daalt met 2 %
Prijselasticiteit = 
Procentuele verandering van de vraag/Procentuele verandering van de prijs
-2 / + 10 = -0,2 
De vraag reageert maar 0,2 keer zo sterk
Vraagverandering is 0,2 X 10 % = 2 % (afgezien van minnetje)

Slide 9 - Tekstslide

Herhaling procentuele verandering
(nieuw-oud)/ oud X 100 %
Prijs van een pak melk stijgt  van € 1,00 naar € 1,30
De afzet daalt van 1.000 naar 900 pakken per week. 
Bereken de procentuele veranderingen
Bereken de prijselasticiteit
Procentuele verandering van de vraag/Procentuele verandering van de prijs

Slide 10 - Tekstslide

Herhaling procentuele verandering
(nieuw-oud)/ oud X 100 %
Prijs van een pak melk stijgt  van € 1,00 naar € 1,30
De afzet daalt van 1.000 naar 900 pakken per week. 
Bereken de procentuele veranderingen
Bereken de prijselasticiteit
Procentuele verandering prijs (1,30 - 1,00)/ 1,00 X 100 % = = 30 %
Procentuele verandering vraag (900 - 1.000)/ 1.000 X 100 % = - 10 %
Prijselasticiteit = - 10/ 30 = -0,3 

Slide 11 - Tekstslide

Opgave 5.5
Wat wil de tekenaar duidelijk maken over in hoeverre de automobilist prijsgevoelig is voor prijsstijging van benzine
De gemiddelde kosten per kilometer bedragen zonder kilometerheffing € 0,25
A. Bereken de procentuele verandering van het aantal gereden kilometers bij 
invoering van de kilometerheffing

Slide 12 - Tekstslide

Opgave 5.5
Wat wil de tekenaar duidelijk maken over in hoeverre de automobilist prijsgevoelig is voor prijsstijging van benzine
De gemiddelde kosten per kilometer bedragen zonder kilometerheffing € 0,25
A. Bereken de procentuele verandering van het aantal gereden kilometers bij 
invoering van de kilometerheffing
(nieuw - oud)/ oud X 100 % 
(3.900.000 - 4.000.000)/ 4.000.000 X 100 % = - 2,5 %

Slide 13 - Tekstslide

Opgave 5.5
Wat wil de tekenaar duidelijk maken over in hoeverre de automobilist prijsgevoelig is voor prijsstijging van benzine
De gemiddelde kosten per kilometer bedragen zonder kilometerheffing € 0,25
B. Bereken de procentuele verandering van de totale kilometerprijs bij 
invoering van de kilometerheffing

Slide 14 - Tekstslide

Opgave 5.5
Wat wil de tekenaar duidelijk maken over in hoeverre de automobilist prijsgevoelig is voor prijsstijging van benzine
De gemiddelde kosten per kilometer bedragen zonder kilometerheffing € 0,25
B. Bereken de procentuele verandering van de totale kilometerprijs bij 
invoering van de kilometerheffing
B. 0,02/ 0,25 X 100 % = 8 % 
Of: (0,27 - 0,25)/ 0,25 X 100 % = 8 %

Slide 15 - Tekstslide

Opgave 5.5
Wat wil de tekenaar duidelijk maken over in hoeverre de automobilist prijsgevoelig is voor prijsstijging van benzine
De gemiddelde kosten per kilometer bedragen zonder kilometerheffing € 0,25
Dus de prijs stijgt met 8 % en de vraag daalt met 2,5 %. 
Is de vraag prijselastisch?
Met andere woorden: reageert de vraag relatief sterk?
Vergelijk de procentuele verandering van de vraag met de procentuele verandering van de prijs

Slide 16 - Tekstslide

Opgave 5.5
Wat wil de tekenaar duidelijk maken over in hoeverre de automobilist prijsgevoelig is voor prijsstijging van benzine
De gemiddelde kosten per kilometer bedragen zonder kilometerheffing € 0,25
Dus de prijs stijgt met 8 % en de vraag daalt met 2,5 %. 
Is de vraag prijselastisch?
Nee, de vraag is niet elastisch.
De procentuele verandering van de vraag is kleiner dan de procentuele verandering van de prijs
Berekening prijselasticiteit --> -2,5/ 8 = -0,3125

Slide 17 - Tekstslide

Uitkomst prijselasticiteit
Bijvoorbeeld      - 4
De vraag reageert 4 keer zo sterk!!!
Bijvoorbeeld - 0,5
De vraag reageert maar 0,5 keer zo sterk

Slide 18 - Tekstslide

Maken
Opgave 5.6 en 5.7

Slide 19 - Tekstslide

Prijselasticiteit van de vraag
Procentuele verandering van de vraag/ procentuele verandering van de prijs


Verdubbeling prijs = 100 % toename 
-10/ 100 = -0,1

Slide 20 - Tekstslide

5.7 B
De prijselasticiteit is een negatief getal omdat:
als prijs stijgt zal de vraag dalen
+ / - = -
als prijs daalt zal de vraag stijgen
-/+ = -

Slide 21 - Tekstslide

5.7 C
Elasticiteit is -0,1
Dus vraagverandering is 0,1 X prijsverandering
Prijsstijging van 30 %--> 30 %  X 0,1 = 3 % vraagdaling

Slide 22 - Tekstslide

Lezen
Tekst 'waarvan is de prijselasticiteit van de vraag afhankelijk'
timer
1:30

Slide 23 - Tekstslide

Prijselasticiteit is afhankelijk van
bestaan van alternatieven:
substituut is product dat in zelfde behoefte voorziet
Netflix wordt duurder, klanten stappen over op HBO MAX --> vraag is elastisch
Veerdienst Terschelling duurder --> geen alternatief
vraag is inelastisch

Slide 24 - Tekstslide

Prijselasticiteit is afhankelijk van
Op korte termijn 
Treinkaartje duurder --> student stapt niet over op auto
Op lange termijn --> inelastisch
student stapt wel over op auto --> elastisch 

Slide 25 - Tekstslide

MAKEN
5.10

Slide 26 - Tekstslide

Inkomenselasticiteit van de vraag
Procentuele verandering van de vraag
Procentuele verandering van het inkomen

Slide 27 - Tekstslide

Zelftest
Hoofdstuk 5


Slide 28 - Tekstslide