Eigenschappen

Eigenschappen
Nederlands voor werk
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
NT2Beroepsopleiding

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen, tekstslide en 1 video.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Eigenschappen
Nederlands voor werk

Slide 1 - Tekstslide

Wat is kennis?
A
ik wil...
B
ik weet...
C
ik kan...
D
ik ben...

Slide 2 - Quizvraag

Wat is motivatie?
A
ik wil...
B
ik weet...
C
ik kan...
D
ik ben...

Slide 3 - Quizvraag

Wat zijn eigenschappen?
A
ik wil...
B
ik weet...
C
ik kan...
D
ik ben...

Slide 4 - Quizvraag

Ik ben niet graag alleen.
Ik kan goed praten met mensen.

A
flexibel
B
sociaal
C
behulpzaam
D
creatief

Slide 5 - Quizvraag

Ik help graag mensen.

A
flexibel
B
sociaal
C
behulpzaam
D
creatief

Slide 6 - Quizvraag

Ik kom niet te laat.
Ik kom 5 minuten te vroeg naar een afspraak.


A
stipt
B
sociaal
C
behulpzaam
D
eerlijk

Slide 7 - Quizvraag

Slide 8 - Video


Ik ben altijd blij en energiek.


A
flexibel
B
positief
C
geduldig
D
eerlijk

Slide 9 - Quizvraag


Ik lieg niet. .




Ik ben niet ordelijk.
Ik ben niet proper.







A
slordig
B
eerlijk
C
flexibel
D
handig

Slide 10 - Quizvraag


Ik blijf rustig als iets lang duurt.
Ik kan goed wachten.




A
flexibel
B
positief
C
geduldig
D
eerlijk

Slide 11 - Quizvraag

Als iets kapot is kan ik het zelf repareren.
Ik kan mijn kapotte fiets maken.






A
beleefd
B
gemotiveerd
C
handig
D
geduldig

Slide 12 - Quizvraag

Ik praat niet graag met andere mensen.
Ik word snel rood in mijn gezicht.






A
sociaal
B
verlegen
C
eerlijk
D
behulpzaam

Slide 13 - Quizvraag


Ik ben niet ordelijk.
Ik ben niet netjes.







A
ordelijk
B
sociaal
C
geduldig
D
slordig

Slide 14 - Quizvraag

Welke eigenschap zie je?
A
nauwkeurig
B
stressbestendig
C
sociaal
D
rustig

Slide 15 - Quizvraag

Welke eigenschap zie je?
A
flexibel
B
direct
C
behulpzaam
D
nauwkeurig

Slide 16 - Quizvraag

Deze persoon is
A
netjes
B
slordig
C
handig
D
vriendelijk

Slide 17 - Quizvraag

Welke eigenschap zie je?
A
creatief
B
betrouwbaar
C
technisch
D
sociaal

Slide 18 - Quizvraag

Deze man heeft zin om te gaan werken.
Hij is ...
A
gemotiveerd
B
flexibel
C
eerlijk
D
eerlijk

Slide 19 - Quizvraag