Eigenschappen

• NT2
• Beroepsopleiding

Eigenschappen

Nederlands voor werk

Wat zijn competenties?

1. ik wil...
2. ik weet...
3. ik kan...
4. ik ben...

Wat is kennis?

1. ik wil...
2. ik weet...
3. ik kan...
4. ik ben...

Wat is motivatie?

1. ik wil...
2. ik weet...
3. ik kan...
4. ik ben...

Wat zijn eigenschappen?

1. ik wil...
2. ik weet...
3. ik kan...
4. ik ben...

Ik ben niet graag alleen.
Ik kan goed praten met mensen.

1. flexibel
2. sociaal
3. behulpzaam
4. creatief

Ik help graag mensen.

1. flexibel
2. sociaal
3. behulpzaam
4. creatief

Ik kom niet te laat.
Ik kom 5 minuten te vroeg naar een afspraak.

1. stipt
2. sociaal
3. behulpzaam
4. eerlijk

Ik ben altijd blij en energiek.

1. flexibel
2. positief
3. geduldig
4. eerlijk

Als mijn collega ziek is kom ik werken. Op een andere dag of een ander adres gaan werken is geen probleem.

1. flexibel
2. positief
3. geduldig
4. eerlijk

Ik lieg niet. .




Ik ben niet ordelijk.
Ik ben niet proper.

1. slordig
2. eerlijk
3. flexibel
4. handig

Ik blijf rustig als iets lang duurt.
Ik kan goed wachten.

1. flexibel
2. positief
3. geduldig
4. eerlijk

Ik heb respect voor mensen.
Ik zeg altijd “hallo”, “alstublieft”, “dank u wel”.

1. ordelijk
2. rustig
3. gemotiveerd
4. beleefd

Als iets kapot is kan ik het zelf repareren.
Ik kan mijn kapotte fiets maken.

1. beleefd
2. gemotiveerd
3. handig
4. geduldig

Ik praat niet graag met andere mensen.
Ik word snel rood in mijn gezicht.

1. sociaal
2. verlegen
3. eerlijk
4. behulpzaam

Ik ben niet ordelijk.
Ik ben niet netjes.

1. ordelijk
2. sociaal
3. geduldig
4. slordig

Ik ben niet snel boos. Ik heb niet veel stress.

1. handig
2. rustig
3. beleefd
4. slordig

Welke eigenschap zie je?

1. behulpzaam
2. direct
3. hygiënisch
4. flexibel

Welke eigenschap zie je?

1. nauwkeurig
2. stressbestendig
3. sociaal
4. rustig

Welke eigenschap zie je?

1. flexibel
2. direct
3. behulpzaam
4. nauwkeurig

Deze persoon is

1. netjes
2. slordig
3. handig
4. vriendelijk

Welke eigenschap zie je?

1. creatief
2. betrouwbaar
3. technisch
4. sociaal

Een hand geven bij een begroeting is ...

1. onvriendelijk
2. handig
3. beleefd
4. slordig

Deze man heeft zin om te gaan werken.
Hij is ...

1. gemotiveerd
2. flexibel
3. eerlijk
4. eerlijk

Het bureau van Kaat is heel ...

1. slordig
2. eerlijk
3. verlegen
4. netjes

Iemand die andere personen helpt is ...

1. handig
2. ordelijk
3. behulpzaam
4. flexibel

En jij? Wat zijn jouw positieve eigenschappen? Schrijf er 3 op!