In deze les zitten 48 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Onderdelen in deze les
pag. 131
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Tekstslide
Slide 4 - Tekstslide
Herken je zulke titels?
“Waarom je vandaag nog moet stoppen met het drinken van cola. Dit geloof je niet!”
“Man zoekt zoon. Wat er toen gebeurde kon niemand voorspellen!”
“Wij gingen op onderzoek uit. Wat we toen ontdekten is schokkend.”
“10 manieren om miljoenen euro’s te verdienen met YouTube-video’s. Vooral nummer 8 mag je niet missen.”
CLICKBAIT
Slide 5 - Tekstslide
Waarom maken mensen nepnieuws?
Slide 6 - Woordweb
Waarom maken mensen nepnieuws?
Politiek -> Door negatieve berichten over je tegenstander te verspreiden, kun je iemands mening beïnvloeden.
Grap -> satire: een grap waarbij je de spot drijft met iets / iemand, vorm van (grappig) nepnieuws
Geld -> Er wordt veel geld verdiend met nepnieuws. Want hoe meer mensen erop klikken, hoe meer je verdient aan advertenties/reclame.
Slide 7 - Tekstslide
Deel 1: Valse berichten in de media
Slide 8 - Tekstslide
Slide 9 - Tekstslide
Slide 10 - Tekstslide
Slide 11 - Tekstslide
Slide 12 - Tekstslide
Wat hebben ze gemeenschappelijk?
1b: Het gaat telkens om voorbeelden van verzonnen verhalen, het publiek werd misleid: onware informatie werd als echt voorgesteld.
Slide 13 - Tekstslide
Deze voorbeelden zijn al een tijdje oud.
Zou dit vandaag nog kunnen?
4a(Ja, denk aan phishing, fraude in de media, vals verspreide berichten via sociale media, docufictie...)
Ken je soortgelijke voorbeelden?
Slide 14 - Tekstslide
Deel 2: Nieuws en nepnieuws
pag. 134
Slide 15 - Tekstslide
Lees de tekst 'Nepnieuws' globaal
pag. 135-136
Slide 16 - Tekstslide
Wat voor soort tekst is dit?
A
persuasieve tekst
B
informatieve tekst
C
opiniërende tekst
D
narratieve tekst
Slide 17 - Quizvraag
Welke bedoeling heeft de schrijver met deze tekst? (tekstdoel)
A
opiniëren
B
amuseren
C
informeren
D
overtuigen
Slide 18 - Quizvraag
Wat is het hoofdonderwerp?
Slide 19 - Open vraag
Lees de tekst.
Groep 1: Plaats de tussentitels (vraag 2a)
Groep 2: Wat is nepnieuws (definitie)
Groep 3: Geef 2 redenen waarom mensen nepnieuws maken.
Groep 4: Geef 2 gevaren van nepnieuws.
Groep 5: Wat betekent confirmation bias?
pag. 135-136
timer
10:00
Slide 20 - Tekstslide
Groep 1: Plaats de tussentitels (vraag 2a)
Waarom maken mensen nepnieuws?
Waarom geloven we nepnieuws?
Wat is het gevaar van nepnieuws?
Slide 21 - Tekstslide
Groep 3: Geef 2 redenen waarom mensen nepnieuws maken.
Het artikel haalt geld verdienen en meningen beïnvloeden aan als redenen waarom mensen nepnieuws maken.
Slide 22 - Tekstslide
Groep 2: Wat is nepnieuws (definitie)
Nepnieuws is een vorm van desinformatie waarbij misleidende, onjuiste informatie verspreid wordt om geld te verdienen of de publieke opinie te beïnvloeden.
Slide 23 - Tekstslide
Groep 4: Geef 2 gevaren van nepnieuws.
Wanneer mensen onwaarheden als waarheden aannemen, is het erg moeilijk om een gefundeerde mening te vormen.
Ook kan nepnieuws voor onrust in de maatschappij zorgen door mensen tegen elkaar op te zetten. Dat doet men door in te spelen op emoties.
Slide 24 - Tekstslide
Groep 5: Wat betekent confirmation bias?
Confirmation bias is de neiging die mensen hebben om meer aandacht en waarde te besteden aan informatie die onze eigen mening bevestigt.
Slide 25 - Tekstslide
Deel 3: urban legends
Slide 26 - Tekstslide
Fragment urban legends
Vind je het geloofwaardig?
Geef een kenmerk van een urban legend. (1C)
pag. 137
Slide 27 - Tekstslide
pag. 137
Slide 28 - Tekstslide
Ken je zelf nog urban legends?
Slide 29 - Tekstslide
Wat zou een goede definitie zijn voor urban legends?
Noteer dit.
timer
1:00
Slide 30 - Tekstslide
Urban legends:
pag. 137
Slide 31 - Tekstslide
Voor het lezen
Interview professor over vertelcultuur
Welke dingen gaan aan bod komen.
Wat wil je nog te weten komen over urban legends?
Slide 32 - Tekstslide
Tijdens het lezen
Lees het artikel op pag. 138-140 globaal.
Plaats de tussentitels.
professor in broodjeaapverhalen
broodjeaapverhalen in reclame
het oudste broodjeaapverhaal
Het beste broodjeaapverhaal
Slide 33 - Tekstslide
Lees het artikel intensief
Groep 1:
7a: synoniemen urban legends
7b: verklaar de synoniemen
8: functies urban legends
Groep 2:
9a: Geef de kenmerken van een urban legend.
9b: Leg uit.
9c: Geef voorbeelden uit de tekst
Slide 34 - Tekstslide
Vraag 7a: synoniemen
broodjeaapverhalen
moderne sage
stadsage
Slide 35 - Tekstslide
Vraag 7b: verklaar synoniemen
Het zijn grappige, sensationele of griezelige verhalen die (grotendeels) verzonnen zijn, maar als waargebeurd worden doorverteld zonder dat er een concrete bron wordt verteld.
Slide 36 - Tekstslide
Vraag 7b: verklaar synoniemen
Slide 37 - Tekstslide
Vraag 8: functies
waarschuwen
amuseren door te griezelen
verklaren
reclame maken
Slide 38 - Tekstslide
Vraag 9: 5 ingrediënten / kenmerken
Bevestiging van vooroordelen
inspelen op angst/horror
Onverwachte wending
Het zou waar kunnen zijn
Waarschuwing levensles
Slide 39 - Tekstslide
1. Bevestiging van vooroordelen
Hell's angels, heksen, het feit dat sommige apps verslavend zijn, domme toeristen,
Slide 40 - Tekstslide
2. Inspelen op angsten/horror
Een monster dat mensen opdraagt om zelfmoord te plegen.
Een huis waar de geest van een overledene rondloopt.
Slide 41 - Tekstslide
3. Onverwachte wending
Het einde van het verhaal is verrassend.
Dit kan grappig zijn of juist heel angstaanjagend.
Slide 42 - Tekstslide
4. Het zou waar kunnen zijn
De verhalen spelen zich af in een context die we kennen.
Vaak worden ze ook gepresenteerd als 'In de krant stond...' of 'Ik ken iemand die...'
De bron is altijd vaag.
Slide 43 - Tekstslide
5. Waarschuwing /levensles
De verhalen verpakken een waarschuwing in de vorm van een sensationeel verhaal.
Slide 44 - Tekstslide
Maak oef. 10 (duo)
Slide 45 - Tekstslide
Slide 46 - Tekstslide
Welk verhaal vond je het boeiendst?
Slide 47 - Tekstslide
Noem 2 kenmerken van een urban legend. Leg uit. .../2