quiz thematische aoristusvormen

• Grieks
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 5

Wat betekent εἷλον?

1. ik pakte, ik nam
2. ik zei
3. ik gooide
4. ik ging

Wat betekent εἶδον?

1. Ik zei
2. Ik ging
3. Ik vluchtte
4. Ik zag

Wat betekent ηὗρον?

1. Ik vroeg
2. Ik vond
3. Ik kreeg
4. Ik pakte

Wat betekent ἔλαβον?

1. Ik kreeg
2. Ik pakte, ik nam
3. Ik vroeg
4. Ik leed, ik ondervond

Wat betekent ἤνεγκον?

1. Ik droeg, ik bracht
2. Ik ging
3. Ik gooide
4. Ik kwam aan

Wat betekent ἔσχον?

1. Ik had (ik kreeg)
2. Ik ondervond
3. Ik stierf
4. Ik werd, onstond

Wat betekent ἦλθον?

1. Ik liet achter
2. Ik bemerkte
3. Ik kwam, ik ging
4. Ik hoorde

Wat betekent εἶπον

1. Ik kwam
2. Ik zag
3. Ik overwon
4. Ik zei

Wat betekent ἐγενόμην?

1. Ik leefde
2. Ik werd, ik ontstond, ik gebeurde.
3. Ik vroeg
4. Ik stierf

Wat betekent ἠρόμην?

1. Ik kreeg
2. Ik vond
3. Ik vroeg
4. Ik gooide