AFP1 2 Huid_weefsels

1 / 41
volgende
Slide 1: Tekstslide
DierverzorgingMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 41 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Welke 2 bindweefselvezels zorgen ervoor dat de huid stevig en veerkrachtig blijven?
A
Collageen en reticuline vezels
B
Reticuline en elastine vezels
C
Elastine en collagene vezels
D
reticuline en losmazige vezels

Slide 16 - Quizvraag

Uit wat voor type bindweefsel is de onderhuid opgebouwd?
A
Losmazig
B
Dicht
C
Reticulair

Slide 17 - Quizvraag

Waar valt een bindweefsel cel onder?
A
Kraakbeencel
B
Steuncel
C
Dekcel
D
Huidcel

Slide 18 - Quizvraag

Tot de steunweefsels behoren bindweefsel, botweefsel en ..........
A
spierweefsel
B
zenuwweefsel
C
kraakbeenweefsel
D
epitheelweefsel

Slide 19 - Quizvraag

Wat is de functie van bindweefsel?
A
zorgt voor de groei van cellen
B
beschermt je tegen de kou
C
zorgt voor je zenuwen
D
zorgt voor stevigheid en beschermt tegen ziektes en slaat vetten op

Slide 20 - Quizvraag

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Tekstslide

Slide 28 - Tekstslide

Slide 29 - Tekstslide

Slide 30 - Tekstslide

Sleep de termen van spierweefsels naar de bijbehorende afbeelding. 
Skeletspierweefsel
Hartspierweefsel
Gladspierweefsel

Slide 31 - Sleepvraag

Slide 32 - Tekstslide

Hoe wordt een zenuwcel genoemd?
A
Neurocyt
B
Neuron
C
Neuroloog
D
Neutron

Slide 33 - Quizvraag

Slide 34 - Tekstslide

Epitheelweefsel kan je in twee hoofdgroepen onderscheiden: bedekkend epitheel en klierepitheel
A
Juist
B
Onjuist

Slide 35 - Quizvraag

Slide 36 - Tekstslide

Slide 37 - Tekstslide

Verbindt en steunt organen en andere lichaamsdelen, zoals bijv. de diepere huidlagen, bloedvaten, botten en vetweefsel
Bedekt de oppervlakte van het lichaam, holle structuren en omgeeft organen. 
Is in staat tot krachtige of langdurige contracties
Belangrijke bouwstenen van de hersenen en het ruggenmerg. Bestaat uit neuronen

Bindweefsel
Epitheel
Spierweefsel
Zenuwweefsel

Slide 38 - Sleepvraag

Slide 39 - Tekstslide

Waar vinden we meerlagig plaveisel epitheel?
A
geslachtsorganen
B
huid
C
neus en longen
D
darmen

Slide 40 - Quizvraag

Uit welk soort epitheel is de hoornlaag opgebouwd?
A
Uit cilindrisch epitheel
B
Uit kubisch epitheel
C
Uit plaveiselepitheel

Slide 41 - Quizvraag