7.4 verteren

7.4 verteren
1 / 36
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolmavoLeerjaar 4

In deze les zitten 36 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

Onderdelen in deze les

7.4 verteren

Slide 1 - Tekstslide

Welke functie hebben de onderstaande voedingsstoffen? Sleep de juiste functie naar de juiste voedingsstof.
Koolhydraten
Vetten
Eiwitten
Water
Mineralen
Vitaminen
Bouwstof
Bouwstof
Bouwstof
Bouwstof
Energierijke stof
Energierijke stof
Beschermende stof
Beschermende stof

Slide 2 - Sleepvraag

Energie wordt in je lichaam o.a gebruikt voor het op peil houden van de lichaamstemperatuur.
A
juist
B
onjuist

Slide 3 - Quizvraag

De mens gebruikt voedingsvezels voor de vorming van cellen en weefsels.
A
juist
B
onjuist

Slide 4 - Quizvraag

Volkorenbrood
In dit product komt veel voedingsvezel voor.
A
juist
B
onjuist

Slide 5 - Quizvraag

Het middenrif verdeelt je romp in de buikholte en borstholte
A
Goed
B
Fout

Slide 6 - Quizvraag

Welke functies vervullen mineralen in je lichaam?


A
Bouwstoffen en beschermende stoffen.
B
Bouwstoffen en reservestoffen.
C
Brandstoffen en beschermende stoffen.
D
Brandstoffen en reservestoffen.

Slide 7 - Quizvraag

Waarvoor heeft je lichaam bouwstoffen nodig?



A
voor het op peil houden van de lichaamstemperatuur
B
voor groei, ontwikkeling en herstel
C
voor het beschermen van het lichaam tegen ziekten
D
voor het leveren van energie

Slide 8 - Quizvraag

Tot welk vak van de schijf van vijf
behoort spaghetti?

A
nr. 1
B
nr. 3
C
nr. 4
D
nr. 5

Slide 9 - Quizvraag

Tandbederf ontstaat door:
A
suikers die je glazuur aantasten
B
bacterien die je glazuur aantasten
C
zuren die je glazuur aantasten
D
mineralen die je glazuur aantasten

Slide 10 - Quizvraag

Tandglazuur
Kaak
Tandvlees
Tandbeen
Bloedvaten en zenuwen

Slide 11 - Sleepvraag

Wat is grondstofwisseling?
A
De stofwisseling van een lichaam in beweging
B
De stofwisseling van een lichaam in rust
C
De stofwisseling van een lichaam bij sport
D
De stofwisseling bij een dood lichaam

Slide 12 - Quizvraag

Thomas weegt 80 kg en is 193 cm lang. Heeft hij gezond gewicht, overgewicht of ondergewicht?
A
Gezond gewicht
B
Overgewicht
C
Ondergewicht
D
Dat kun je niet weten zonder het BMI te berekenen

Slide 13 - Quizvraag

Wat voor stof is cholesterol?
A
Een koolhydraat
B
Een eiwit
C
Een vet

Slide 14 - Quizvraag

Vooral brandstof
Vooral bouwstof
Alleen brandstof
Alleen bouwstof
Eiwit
Koolhydraat
Vet
Water
Mineralen
Vitaminen

Slide 15 - Sleepvraag

7.4 Verteren

Slide 16 - Tekstslide

Les 1
leerdoelen:
  • Je kunt de delen van het verteringsstelsel benoemen en hun werking beschrijven.
  • Je kunt uitleggen wat de functie van vertering is.

Slide 17 - Tekstslide

Hoe vervoert het verteringsstelsel voedsel

Slide 18 - Tekstslide

Darmperistaltiek

Slide 19 - Tekstslide

Verteren
  • Eten kleiner maken 

Koolhydraten, eiwitten en vetten moeten verteerd worden.

Water, mineralen en vitaminen zijn klein genoeg 

Slide 20 - Tekstslide

Enzymen
  1. Een enzym past door zijn vorm precies op één soort voedingsstof
  2. Enzymen zijn gevoelig voor temperatuur. 
  3. Enzymen zijn gevoelig voor de zuurgraad. 





Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Tekstslide

Aan het werk 
Maak opdracht 1 t/m 12

Slide 23 - Tekstslide

Les 2
  • Je weet wat de verteringssappen zijn en wat ze doen.
  • Je kan de functie en werking van de dunne darm uitleggen  

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Video

Mondholte
  • Speeksel
  • zetmeel verteren
  • bacteriën doden

Slide 26 - Tekstslide

slokdarm/maag
  • gespierd
  • maagsap
  • eiwitten verteren
  • maagzuur dood bacteriën

Slide 27 - Tekstslide

twaalfvingerige darm

Alvleessap en gal toegevoegd
Alvleesklier --> alvleessap
vertering zetmeel, eiwitten en vet

Lever --> gal--> opslag in galblaas.
Emulgeren van vetten
enzymen beter werken


Slide 28 - Tekstslide

Dunne darm
Darmsap--> afmaken vertering eiwitten en koolhydraten

Opname van voedingstoffen in het bloed

Slide 29 - Tekstslide

Slide 30 - Tekstslide

Slide 31 - Video

Hoe komen voedingsstoffen in het bloed
Voedingsstoffen zijn
in dunne darm verteerd.

Door de wand heen

Opgenomen in bloedvaten

Slide 32 - Tekstslide

darmplooi/ vlok
4,5 meter, oppervlakte 200m2

darmplooi heeft darmvlokken

snel opnemen grote hoeveelheden voedingsstoffen

Slide 33 - Tekstslide

wat gebeurt er in de dikke darm?

Onverteerde resten worden deels afgebroken door bacteriën --> gas vorming
Water met nog de laatste voedingsstoffen worden opgenomen

dikke brij gaat naar de endeldarm

Slide 34 - Tekstslide

Slide 35 - Video

Aan het werk 
Maak opdracht 12 t/m 27

Slide 36 - Tekstslide