De woorden van thema 18 taak 1, 2, 3



Even opfrissen.....
de woorden van thema 18
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
NT2MBOStudiejaar 4

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les



Even opfrissen.....
de woorden van thema 18

Slide 1 - Tekstslide

Kom jij ........................ donderdag ook naar de les?
A
voorkomen
B
aanmelden
C
aanstaande
D
onzeker

Slide 2 - Quizvraag

Het wachtwoord is erg ....................... Ik kan het niet onthouden.
A
verwijderen
B
uitkiezen
C
de gebruikersnaam
D
ingewikkeld

Slide 3 - Quizvraag

Heb je ingecheckt? Dan kan je je ...................... gewoon ...................
A
betaling, verwijderen
B
vliegticket, downloaden
C
basis, voorkomen
D
risico, activeren

Slide 4 - Quizvraag

Wil je de bladzijden van het boek .....................?
A
kopieeren
B
kopiëren
C
kopieren
D
kopiieren

Slide 5 - Quizvraag

De leerlingen hebben een ................. idee om het probleem op te lossen.
A
briljant
B
gemotiveerd
C
stimuleren
D
achteraf

Slide 6 - Quizvraag

Dorian is zo slordig! Hij ................... altijd alles .................
A
raakt, kwijt
B
kwijt, raken
C
hebben, kwijtgeraakt
D
raken, kwijten

Slide 7 - Quizvraag

Er staan helaas veel ..................... op het rapport van uw dochter.
A
voldoendes
B
resultaten
C
onvoldoendes
D
kinderachtig

Slide 8 - Quizvraag

Houden jullie van romantische boeken? Nee, we lezen alleen ...................... boeken met veel actie.
A
informatief
B
speciaal
C
onbeperkte
D
spannende

Slide 9 - Quizvraag

heeft Bryan al een tafel ..................... voor vanavond?
A
keuze
B
gereserveerd
C
gestimuleerd
D
gewaarschuwd

Slide 10 - Quizvraag

Schrijf op

Slide 11 - Open vraag

Schrijf op

Slide 12 - Open vraag

Schrijf op

Slide 13 - Open vraag

Schrijf op

Slide 14 - Open vraag

Schrijf op

Slide 15 - Open vraag

Ik zoek werk, .............. ik moet vaak solliciteren.
A
want
B
omdat
C
als
D
dus

Slide 16 - Quizvraag

.............. het stormt moet je de ramen goed dicht doen.
A
Als
B
Dus
C
want
D
maar

Slide 17 - Quizvraag

Daniel is niet fit, ................. hij nooit sport.
A
als
B
omdat
C
dus
D
want

Slide 18 - Quizvraag

................ ik vanavond niet thuis ben, kan ik niet koken.
A
Dus
B
Want
C
Als
D
Omdat

Slide 19 - Quizvraag

Je hebt altijd de bon nodig, ................. je spullen wil ruilen.
A
dus
B
omdat
C
als
D
want

Slide 20 - Quizvraag

We gaan trouwen, ................. we kunnen een huis kruigen.
A
als
B
omdat
C
dus
D
want

Slide 21 - Quizvraag

De markt is goedkoop, ................ we kopen daar onze groenten en fruit.
A
dus
B
want
C
omdat
D
als

Slide 22 - Quizvraag