Ontdek verschillende vormen van engagement

• Godsdienst
• Lager onderwijs

Ontdek verschillende vormen van engagement

Leerdoel

Aan het einde van de les kun je verschillende vormen van engagement herkennen en een genuanceerd waardeoordeel vormen over zulke engagementen.

Introduceer het leerdoel van de les aan de leerlingen.

Wat weet jij al over mensen die zich inzetten voor allerlei activiteiten?

Wat is engagement?

Engagement betekent dat je je inzet voor een bepaalde zaak of activiteit.

Leg kort uit wat engagement betekent en geef enkele voorbeelden.

Voorbeelden van engagement

Mensen kunnen zich inzetten voor dierenrechten, milieu, armoedebestrijding, etc.

Geef enkele voorbeelden van engagement en vraag de leerlingen om ook enkele voorbeelden te geven.

Mensen die zich inzetten

Laat de leerlingen vertellen over mensen in hun eigen omgeving die zich inzetten voor een bepaalde zaak.

Moedig de leerlingen aan om te vertellen over mensen die zij kennen die zich inzetten voor een bepaalde zaak.

Nationaal engagement

Laat enkele nationale acties zien waarin mensen zich engageren, zoals de Warmste Week.

Beschrijf kort enkele nationale acties en vraag de leerlingen of zij er nog meer kennen.

Internationaal engagement

Laat enkele internationale acties zien waarin mensen zich engageren, zoals de klimaatmarsen.

Beschrijf kort enkele internationale acties en vraag de leerlingen of zij er nog meer kennen.

Informeren over engagementen

Laat de leerlingen zelf op zoek gaan naar informatie over een bepaald engagement.

Geef de leerlingen de opdracht om zelf informatie te zoeken over een bepaald engagement en dit te delen met de klas.

Bron van engagement

Vraag de leerlingen waarom mensen zich engageren voor een bepaalde zaak.

Stel de vraag aan de leerlingen en vraag hen om enkele redenen te geven.

Doel van engagement

Laat de leerlingen nadenken over wat het doel is van een bepaald engagement.

Stel de vraag aan de leerlingen en vraag hen om enkele doelen te geven.

Inspiratie voor engagement

Vraag de leerlingen waar zij inspiratie kunnen halen om zichzelf in te zetten voor een bepaalde zaak.

Stel de vraag aan de leerlingen en vraag hen om enkele antwoorden te geven.

Middelen voor engagement

Laat de leerlingen nadenken over welke middelen je nodig hebt om je in te zetten voor een bepaalde zaak.

Stel de vraag aan de leerlingen en vraag hen om enkele antwoorden te geven.

Reacties op engagement

Laat de leerlingen nadenken over hoe mensen kunnen reageren op engagement.

Stel de vraag aan de leerlingen en vraag hen om enkele antwoorden te geven.

Genuanceerd waardeoordeel

Vraag de leerlingen om met elkaar te discussiëren over het waardeoordeel dat zij hebben over een bepaald engagement.

Verdeel de leerlingen in groepjes en laat hen discussiëren over het waardeoordeel. Laat hen nadien hun mening delen met de klas.

Voor- en nadelen van engagement

Laat de leerlingen nadenken over de voor- en nadelen van engagement.

Stel de vraag aan de leerlingen en vraag hen om enkele antwoorden te geven.

Hoe kun jij je engageren?

Geef de leerlingen enkele tips over hoe zij zich kunnen engageren.

Geef enkele praktische tips over hoe de leerlingen zich kunnen engageren.

Samenvatting

Vat de belangrijkste punten van de les samen.

Herhaal kort de belangrijkste punten van de les.

Vragen

Stel de leerlingen enkele vragen om te checken of zij de leerstof begrepen hebben.

Stel enkele vragen aan de leerlingen om te checken of zij de leerstof begrepen hebben.

Quiz

Laat de leerlingen een quiz maken over de leerstof.

Maak een quiz met enkele vragen over de leerstof en laat de leerlingen deze invullen.

Feedback

Geef de leerlingen feedback op hun quiz.

Geef de leerlingen feedback op hun quiz en herhaal nogmaals de belangrijkste punten van de les.

Opdracht

Geef de leerlingen een opdracht om zichzelf te engageren voor een bepaalde zaak.

Geef de leerlingen de opdracht om zichzelf te engageren voor een bepaalde zaak en laat hen dit later presenteren aan de klas.

Afsluiting

Sluit de les af en moedig de leerlingen aan om zichzelf in te zetten voor een bepaalde zaak.

Bedank de leerlingen voor hun aandacht en moedig hen aan om zichzelf in te zetten voor een bepaalde zaak.

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.

Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.

Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.