Unit 2 Repetition New Interface Mavo 3

3gt3
6-10-2020
1 / 34
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

In deze les zitten 34 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 100 min

Onderdelen in deze les

3gt3
6-10-2020

Slide 1 - Tekstslide

Planning
- Bespreken opdracht 5 en 6 (5 min)
- Herhaling / uitleg grammatica (15 min)
- Maken opdracht 7 en 8 (10 min)
- Energizer (5 min)
Pauze (5 min)
- Zelfstandig werken aan 2.2


Slide 2 - Tekstslide

Doelen
Aan het einde van de les...

- Begrijp je de past simple
- Begrijp je de present perfect
- Begrijp je hoe je bezit aangeeft
- Begrijp je conjunctions

Slide 3 - Tekstslide

Bespreken opdracht 5 en 6
New Interface online methode

Slide 4 - Tekstslide

Herhaling past simple

Slide 5 - Tekstslide

Wanneer gebruik je de past simple?

Slide 6 - Open vraag

Je kunt de past simple
vaak herkennen aan
woorden zoals...

Slide 7 - Woordweb

Bij regelmatige werkwoorden eindigd de past simple op...
A
-ing
B
-ed
C
-t

Slide 8 - Quizvraag

Bij de onregelmatige werkwoorden kijk je voor de past simple in het ... rijtje.
A
Eerste
B
Tweede
C
Derde

Slide 9 - Quizvraag

Hoe maak je de volgende zin ontkennend (in de past simple)?
"She saw him yesterday."

Slide 10 - Open vraag

Hoe maak je de volgende zin vragend (in de past simple)?
"He worked there when he was 15."

Slide 11 - Open vraag

Uitzonderingen
Leer die uit je hoofd! 
Grammar 2.1

Slide 12 - Tekstslide

Herhaling present perfect

Slide 13 - Tekstslide

Wanneer gebruik je de present perfect?

Slide 14 - Open vraag

Wanneer gebruik je de present perfect?
1. Als je wilt zeggen dat iets is gebeurt en het niet uit maakt wanneer. 
I have been to London.

2. Als iets in het verleden is begonnen en nog steeds doorgaat.
We have lived in Amsterdam since 2015.

Slide 15 - Tekstslide

Wat is de 'formule' voor de present perfect?
A
have / has + voltooid deelwoord
B
had + voltooid deelwoord
C
have / has + ing vorm
D
had + ing vorm

Slide 16 - Quizvraag

Het voltooid deelwoord eindigd bij regelmatige werkwoorden op -ed. Bij onregelmatige werkwoorden vind je ze in het ... van de irregular verbs.
A
Eerste
B
Tweede
C
Derde

Slide 17 - Quizvraag

Hoe maak je deze bevestigende present perfect zin ontkennend?
"She has written a song for Beyonce."

Slide 18 - Open vraag

Hoe maak je deze bevestigende present perfect zin vragend?
"They have done their work."

Slide 19 - Open vraag

Bezit: 's / s' / ... of ...

Slide 20 - Tekstslide

Welke is correct?
A
Those boy's bikes
B
Those boys' bikes

Slide 21 - Quizvraag

Welke is correct?
A
Belgium's cities
B
The cities of Belgium
C
Belgiums' cities

Slide 22 - Quizvraag

Welke is correct?
A
Lisa's dog
B
Lisas' dog
C
The dog of Lisa

Slide 23 - Quizvraag

Voegwoorden: conjunctions
Ga naar grammar 2.3 voegwoorden: conjunctions

Slide 24 - Tekstslide

They rushed to the hospital, ... they were too late.
A
so
B
or
C
until
D
but

Slide 25 - Quizvraag

I was hungry, ... I made myself a sandwish.
A
but
B
because
C
so
D
or

Slide 26 - Quizvraag

Sam drank some water ... she was thirsty.
A
because
B
but
C
unless
D
although

Slide 27 - Quizvraag

Maken opdracht 7 en 8
Van hoofdstuk 2.1

Slide 28 - Tekstslide

Energizer
- Stand up
- Every student has to say a unique fact about themselves (for example: “I have three brothers.”). If someone else has three brothers, the student who shared the ‘unique’ fact has to sit down.
- The goal is to stand as long as possible. SO SHARE SOMETHING YOU THINK ONLY APPLIES TO YOU!

Slide 29 - Tekstslide

Zelfstandig werken
Ga aan de slag met 2.2
Klaar? Aan de slag met practise more. 


Slide 30 - Tekstslide

Aan het einde van de les begrijp je de past simple
A
:)
B
:l
C
:(

Slide 31 - Quizvraag

Aan het einde van de les begrijp je de present perfect
A
:)
B
:l
C
:(

Slide 32 - Quizvraag

Aan het einde van de les begrijp je 'bezit' ('s / s' / ... of ...)
A
:)
B
:l
C
:(

Slide 33 - Quizvraag

Aan het einde van de les begrijp je conjunctions
A
:)
B
:l
C
:(

Slide 34 - Quizvraag