Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
unit 2 oefenen
UNIT 2
New Interface T3
1 / 41
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Engels
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 3
In deze les zitten
41 slides
, met
interactieve quizzen
en
tekstslides
.
Lesduur is:
100 min
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
UNIT 2
New Interface T3
Slide 1 - Tekstslide
Doelen
Aan het einde van de les...
- Begrijp je de past simple
- Begrijp je de present perfect
- Begrijp je hoe je bezit aangeeft
- Begrijp je conjunctions
Slide 2 - Tekstslide
Bij regelmatige werkwoorden eindigd de past simple op...
A
-ing
B
-ed
C
-t
Slide 3 - Quizvraag
Bij de onregelmatige werkwoorden kijk je voor de past simple in het ... rijtje.
A
Eerste
B
Tweede
C
Derde
Slide 4 - Quizvraag
Uitzonderingen
Leer die uit je hoofd!
Grammar 2.1
Slide 5 - Tekstslide
Wanneer gebruik je de present perfect?
1. Als je wilt zeggen dat iets is gebeurt en het niet uit maakt wanneer.
I have been to London.
2. Als iets in het verleden is begonnen en nog steeds doorgaat.
We have lived in Amsterdam since 2015.
Slide 6 - Tekstslide
Wat is de 'formule' voor de present perfect?
A
have / has + voltooid deelwoord
B
had + voltooid deelwoord
C
have / has + ing vorm
D
had + ing vorm
Slide 7 - Quizvraag
Het voltooid deelwoord eindigd bij regelmatige werkwoorden op -ed. Bij onregelmatige werkwoorden vind je ze in het ... van de irregular verbs.
A
Eerste
B
Tweede
C
Derde
Slide 8 - Quizvraag
Bezit: 's / s' / ... of ...
Slide 9 - Tekstslide
Welke is correct?
A
Those boy's bikes
B
Those boys' bikes
Slide 10 - Quizvraag
Welke is correct?
A
Belgium's cities
B
The cities of Belgium
C
Belgiums' cities
Slide 11 - Quizvraag
Welke is correct?
A
Lisa's dog
B
Lisas' dog
C
The dog of Lisa
Slide 12 - Quizvraag
Voegwoorden: conjunctions
Ga naar grammar 2.3 voegwoorden: conjunctions
Slide 13 - Tekstslide
They rushed to the hospital, ... they were too late.
A
so
B
or
C
until
D
but
Slide 14 - Quizvraag
I was hungry, ... I made myself a sandwish.
A
but
B
because
C
so
D
or
Slide 15 - Quizvraag
Sam drank some water ... she was thirsty.
A
because
B
but
C
unless
D
although
Slide 16 - Quizvraag
Maken opdracht 7 en 8
Van hoofdstuk 2.1
Slide 17 - Tekstslide
Aan het einde van de les begrijp je de past simple
A
:)
B
:l
C
:(
Slide 18 - Quizvraag
Aan het einde van de les begrijp je de present perfect
A
:)
B
:l
C
:(
Slide 19 - Quizvraag
Aan het einde van de les begrijp je 'bezit' ('s / s' / ... of ...)
A
:)
B
:l
C
:(
Slide 20 - Quizvraag
Aan het einde van de les begrijp je conjunctions
A
:)
B
:l
C
:(
Slide 21 - Quizvraag
Het is warm buiten, toch heb ik het koud.
Wat is het signaalwoord (linking word / conjunction)?
A
is
B
ik
C
heb
D
toch
Slide 22 - Quizvraag
Past simple:
Je maakt de past simple ontkennend met:
A
do not + hele werkwoord
B
did not + hele werkwoord
C
haven't/hasn't + voltooid deelwoord
D
to be + not
Slide 23 - Quizvraag
Conjunctions gebruik je om
A
zinnen vragend te maken
B
zinnen samen te voegen
C
zinnen in voltooide tijd te zetten
D
zinnen in verleden tijd te zetten
Slide 24 - Quizvraag
Present perfect
Wanneer gebruik je de Present perfect?
A
Wanneer iets altijd, nooit of regelmatig gebeurt.
B
Wanneer iets nu bezig of aan de gang is.
C
Wanneer iets in het verleden is gebeurd.
D
Wanneer iets in het verleden is begonnen en nu nog bezig is / connectie met nu.
Slide 25 - Quizvraag
PAST SIMPLE:
in welke zin wordt de past simple gebruikt?
A
I have lived in Utrecht for 13 years.
B
I was living in Utrecht.
C
I lived in Utrecht in 2010
D
I am living in Utrecht.
Slide 26 - Quizvraag
PAST SIMPLE:
Which sentence uses the past simple correct?
(vraag/past simple)
A
Did you bake eggs for breakfast yesterday?
B
Did you baked eggs for breakfast yesterday?
C
Have you baked eggs for breakfast yesterday?
Slide 27 - Quizvraag
PAST SIMPLE:
Welke zin gebruikt de Past Simple?
A
Did you eat eggs for breakfast yesterday?
B
Do you always eat breakfast in the morning?
C
Have you eaten breakfast yet?
D
Has she seen the movie?
Slide 28 - Quizvraag
Present Perfect:
Hoe vorm je de present perfect?
A
ww+ - ed
B
shit = ww+-s
C
vorm van to be + ww+-ing
D
have/has + voltooid deelwoord (3e rijtje)
Slide 29 - Quizvraag
PRESENT PERFECT
Welke zin staat in de Present Perfect?
A
She goes home at 8 o'clock.
B
He fell off his bike.
C
She has eaten 3 sandwiches so far.
D
They worked all day yesterday.
Slide 30 - Quizvraag
PRESENT PERFECT
in welke zin wordt de present perfect gebruikt?
A
We have not visited Amsterdam.
B
We hasn't visited Amsterdam.
C
We have not been visiting Amsterdam.
D
We visited Amsterdam.
Slide 31 - Quizvraag
PAST SIMPLE:
Welke zin gebruikt de Past Simple?
A
I was hearing my mother.
B
I have heard my mother.
C
I heard my mother.
D
I hear my mother.
Slide 32 - Quizvraag
PRESENT PERFECT:
In welke zin wordt de present perfect gebruikt?
A
She had been working until late.
B
She have been working until late.
C
She has worked until late.
D
She has been working until late.
Slide 33 - Quizvraag
Which conjunction is used to indicate a reason?
A
but
B
and
C
or
D
because
Slide 34 - Quizvraag
Past Simple:
Wat zijn de signaalwoorden van de Past Simple?
A
Tomorrow, next week, in 2025,
B
Last month, yesterday, a month ago, in 2012
C
Today, now,
D
again, always, constantly
Slide 35 - Quizvraag
PAST SIMPLE:
Welke zin gebruikt de Past Simple?
A
I was hearing my mother.
B
I have heard my mother.
C
I heard my mother.
D
I hear my mother.
Slide 36 - Quizvraag
PRESENT PERFECT:
In welke zin wordt de present perfect gebruikt?
A
She had been working at the kiosk since summer.
B
She have been working at the kiosk since summer.
C
She has worked at the kiosk since summer.
D
She has been working at the kiosk since summer.
Slide 37 - Quizvraag
voegwoorden = conjunctions
I like to eat pizza ... macaroni.
A
until
B
and
C
because
D
if
Slide 38 - Quizvraag
Conjunctions zijn....
A
conducteurs
B
voegen
C
treinwissels
D
voegwoorden
Slide 39 - Quizvraag
Conjunctions
I don't want to go outside... it is raining.
A
but
B
for
C
because
D
and
Slide 40 - Quizvraag
Past Simple:
Wat is de regel van de past simple?
A
hele ww+ - ed
B
shit = hele ww+-s
C
vorm van to be + hele ww+ -ing
D
have/has + voltooid deelwoord (3e rijtje)
Slide 41 - Quizvraag
Meer lessen zoals deze
Unit 2 VWO Grammar
November 2024
- Les met
26 slides
Engels
Middelbare school
vwo
Leerjaar 3
Unit 2 Repetition New Interface Mavo 3
November 2023
- Les met
34 slides
Engels
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 3
Grammar quiz unit 2
November 2020
- Les met
18 slides
Engels
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
Review Unit 5
April 2023
- Les met
33 slides
Engels
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
Grote gruwelijke grammatica quiz chapter 2
November 2021
- Les met
39 slides
Engels
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 3
Voorbereiding toets 1 en 2
November 2023
- Les met
38 slides
Engels
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
Unit 2 Grammar
December 2022
- Les met
26 slides
Engels
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 3
Recap Unit 2
December 2021
- Les met
39 slides
Engels
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 3