der: mannelijk (de stier, de leraar) die: vrouwelijk (de koe, de lerares) (veel woorden die op -e eindigen) die: meervoud (de koeien, de stieren) das: onzijdig (het-woorden: het boek, het schrift)
Slide 10 - Tekstslide
der: ein/kein die: eine/keine das: ein/kein
Slide 11 - Tekstslide
een koe?
A
ein Kuh
B
eine Kuh
Slide 12 - Quizvraag
geen ouders
A
kein Eltern
B
keine Eltern
Slide 13 - Quizvraag
geen brood
A
kein Brot
B
keine Brot
Slide 14 - Quizvraag
een man
A
ein Mann
B
eine Mann
Slide 15 - Quizvraag
Daarom:
Héél belangrijk om het lidwoord er goed bij te leren!
Want: als je het lidwoord weet, weet je of het (k)ein/(k)eine is.
Als het lidwoord op een 'e' eindigt, eindigt (k)eine ook op een e.