5-02-21 Spelling 6.1.4

De Grote Spelling Herhaal Quiz
Wie haalt het snelste de meeste punten?
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
SpellingBasisschoolGroep 8

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

De Grote Spelling Herhaal Quiz
Wie haalt het snelste de meeste punten?

Slide 1 - Tekstslide

dynamisch
is goed geschreven
A
waar
B
niet waar

Slide 2 - Quizvraag

categorieën

Slide 3 - Tekstslide

secondeweizer
is goed geschreven
A
waar
B
niet waar

Slide 4 - Quizvraag

categorieën

Slide 5 - Tekstslide

extratje
is goed geschreven
A
waar
B
niet waar

Slide 6 - Quizvraag

categorieën

Slide 7 - Tekstslide

Zij hebben de uren geturfd.
A
waar
B
niet waar

Slide 8 - Quizvraag

kiki's zandloper heeft twee reservoirs
A
waar
B
niet waar

Slide 9 - Quizvraag

Ze gaf mij gisteren de volgende cadeaus een horloge een stopwatch en een stappeteller
A
waar
B
niet waar

Slide 10 - Quizvraag

Kiki's zandloper heeft twee reservoirs.
heeft =
A
persoonsvorm
B
lijdend voorwerp
C
onderwerp
D
meewerkend voorwerp

Slide 11 - Quizvraag

Kiki's zandloper heeft twee reservoirs.
heeft =
A
persoonsvorm
B
werkwoordelijk gezegde
C
onderwerp
D
meewerkend voorwerp

Slide 12 - Quizvraag

Kiki's zandloper heeft twee reservoirs.
Wat is het onderwerp?
A
Kiki
B
zandloper
C
Kiki's zandloper
D
twee reservoirs

Slide 13 - Quizvraag

Ze gaf mij gisteren de volgende cadeaus: een horloge, een stopwatch en een stappenteller.
Wat is de persoonsvorm?

Slide 14 - Open vraag

Ze gaf mij gisteren de volgende cadeaus: een horloge, een stopwatch en een stappenteller.
Wat is het werkwoordelijk gezegde?

Slide 15 - Open vraag

Ze gaf mij gisteren de volgende cadeaus: een horloge, een stopwatch en een stappenteller.
Welk zinsdeel is Ze?

Slide 16 - Open vraag

Ze gaf mij gisteren de volgende cadeaus: een horloge, een stopwatch en een stappenteller.
Noem het lijdend voorwerp.

Slide 17 - Open vraag

Ze gaf mij gisteren de volgende cadeaus: een horloge, een stopwatch en een stappenteller.
Noem het meewerkend voorwerp.

Slide 18 - Open vraag

Ze gaf mij gisteren de volgende cadeaus: een horloge, een stopwatch en een stappenteller.
Noem de bepaling van tijd.

Slide 19 - Open vraag

Aan de slag
Maak bladzijde 23 en werk aan je spelling software

Slide 20 - Tekstslide