BS 3 Kruisingen M3 2024-2025

Welkom!
  • Start je iPad of laptop op en join deze les
  • Pak je boek erbij op pagina 179
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Welkom!
  • Start je iPad of laptop op en join deze les
  • Pak je boek erbij op pagina 179

Slide 1 - Tekstslide

Planning thema 3

Slide 2 - Tekstslide

Planning deze les
  • Terugblik met herhalingsvragen (G/O/R)
  • Oriëntatie (leerdoelen/taaldoelen/lesprogramma's) (G/O/R)
  • Uitleg 3.3 Kruisingen (O/R)
  • Verlengde instructie + gezamenlijke vraag (R)
  • Zelfstandig werken en vragen beantwoorden
  • Check leerdoelen en afsluiting (G/O/R)

Slide 3 - Tekstslide

Herhalingsvragen
a) Wat is het genotype van een organisme dat heterozygoot is voor een eigenschap?
b) Welk genotype heeft een organisme als dat organisme homozygoot is voor een dominante
      eigenschap?
c) Welk genotype heeft een organisme als dat organisme homozygoot is voor een recessieve
      eigenschap?
d)  Een heterozygote smiley heeft een kuiltje in de kin. Is een kuiltje in de kin hebben, een 
     dominante of een recessieve eigenschap?
e) Een homozygote smiley heeft krullend haar.  Wat is het genotype van deze smiley ?
timer
2:00

Slide 4 - Tekstslide

ANTWOORDEN HERHALINGSVRAGEN

a) Wat is het genotype van een organisme dat heterozygoot is voor een eigenschap?  Aa
b) Welk genotype heeft een organisme als dat organisme homozygoot is voor een dominante  eigenschap?  AA
c) Welk genotype heeft een organisme als dat organisme homozygoot is voor een recessieve  eigenschap?  aa
d)  Een heterozygote smiley heeft een kuiltje in de kin. Is een kuiltje in de kin hebben, 
      een dominante of een recessieve eigenschap? (Leg uit)
      Dominant, want heterozygoot is Aa en in het fenotype zie je de 1e letter
e) Een homozygote smiley heeft krullend haar. Weet je dan dat krullend haar een dominante
      eigenschap is? (Leg uit) Homozygoot kan AA  of aa zijn. In het fenotype zie je de 1e letter                 Je kunt dus de A  of de  a zien..... Je weet niet of krullend haar dominant is

Slide 5 - Tekstslide

Leerdoelen 3.3
- Aan het einde van de les kun je een kruisingsschema opstellen.
 - Aan het einde van de les kun je bij een gegeven kruising genotype en fenotype van ouders (P) en nakomelingen (F1 of F2 generatie) afleiden.

Slide 6 - Tekstslide

Groep GROEN
Stap 1: Lees de tekst op bladzijde 179 t/m 182.
Stap 2: Maak opdracht 1, 2, 4, 5 en 6.
Stap 3: Kijk de opdrachten na (zie antwoordboek in SOM).
Stap 4: Maak test jezelf 3.3
Stap 5: Maak alle opdrachten van de vorige basisstoffen af.
Stap 6: Maak de test jezelf van de vorige basisstoffen af.

Slide 7 - Tekstslide

Begrippen kruisingschema
  • Verloopt via stappen (begrippen)

  • P = ouders 
  • F1 =  1e generatie nakomelingen 
  • F2 = 2e generatie nakomelingen 

Slide 8 - Tekstslide

 Welke stappen bij kruisingsschema?
Stap 1: Wat is het fenotype en genotype van de ouders (P)?
Stap 2: Welke genen komen in de geslachtscellen van beide ouders voor?
Stap 3: Welk genotype en fenotype kunnen de nakomelingen (F1) hebben?
Stap 4: Welk genotype en fenotype hebben de organismen in de tweede generatie nakomelingen (F2)?

Slide 9 - Tekstslide

P
P
genotype:
fenotype:
bruine ogen homozygoot dominant
blauwe ogen
Stap 1 
aa
AA

Slide 10 - Tekstslide

P
genotype:
geslachtscel
a
Stap 2
moeder
aa
vader
AA
a
A
A
meiose

Slide 11 - Tekstslide

 kruisingsschema F1  Stap 3
Aa
A
a
a
A
Aa
Aa
Aa
Genotype ?
Fenotype ?

Slide 12 - Tekstslide

Kruisingen: Stap 4 (F2)


Stap 4: Wat zijn de genotypen en fenotypen in de F2?

Slide 13 - Tekstslide

P
P
genotype:
fenotype:
geslachtscel
Bruine ogen
Bruine ogen
Aa                                  Aa
A
 a
a
A
meiose

Slide 14 - Tekstslide

Kruisingschema F 2
P : Aa       x                   Aa 
                                                                                  F 2

A
a
A
AA
Aa
a
aA
aa
Genotype?
Fenotype?
Aa

Slide 15 - Tekstslide

Dit was mijn uitleg.

Welke vragen heb je nog ?

Slide 16 - Tekstslide

Groep ORANJE
Stap 1: Lees de tekst op bladzijde 179 t/m 182.
Stap 2: Maak opdracht 1, 2, 4 en 5.
Stap 3: Kijk de opdrachten na (zie antwoordboek in SOM).
Stap 4: Maak test jezelf 3.3
Stap 5: Maak alle opdrachten van de vorige basisstoffen af.
Stap 6: Maak de test jezelf van de vorige basisstoffen af.

Slide 17 - Tekstslide

Oefenen Groep ROOD
(laten zien dan verder met huiswerk)
Een zwartharig vrouwtje (Labrador), dat homozygoot dominant is voor de haarkleur paart met een blondharig mannetje.

De dieren in F1 planten zich ook weer voort.

Welke kleur vacht  (fenotype) hebben de labradors in F2 ?
Welke genotypes  komen er voor in de F2 ?



Slide 18 - Tekstslide

Groep ROOD
Stap 1: Lees de tekst op bladzijde 179 t/m 182.
Stap 2: Maak opdracht 1 t/m 5.
Stap 3: Kijk de opdrachten na (zie antwoordboek in SOM).
Stap 4: Maak test jezelf 3.3
Stap 5: Maak alle opdrachten van de vorige basisstoffen af.
Stap 6: Maak de test jezelf van de vorige basisstoffen af.

Slide 19 - Tekstslide

Zelfstandig werken
en vragen stellen

Slide 20 - Tekstslide

Afsluiting en check leerdoelen
- Aan het einde van de les kun je een kruisingsschema opstellen.
 - Aan het einde van de les kun je bij een gegeven kruising genotype en fenotypen van ouders en nakomelingen afleiden.

Slide 21 - Tekstslide

Wat betekenen de symbolen P en F1 in een kruisingsschema?
A
P is de vader en F1 is de moeder
B
P zijn de kinderen en F1 zijn de ouders
C
P zijn de ouders en F1 zijn de kinderen
D

Slide 22 - Quizvraag

Kijk goed naar dit kruisingsschema. Wat is het genotype van de F1?
A
AA, Aa, aa
B
Aa, Aa
C
AA, aa
D
AA,AA

Slide 23 - Quizvraag

Slide 24 - Video